persbericht hulp bij zelfdoding

24/09
2013
Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland heeft drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf geëist tegen een 71-jarige man uit Bennekom. Hij wordt er van verdacht dat hij zijn moeder heeft geholpen bij haar zelfdoding.

De 99-jarige moeder van verdachte overleed in de nacht van 7 op 8 juni 2008 in Ermelo. Ze had een duidelijke doodswens. In een documentaire die op 8 februari 2010 werd uitgezonden door het tv-programma Netwerk, maakte de verdachte publiekelijk bekend dat hij zijn moeder geholpen heeft bij haar zelfdoding. Voor die uitzending waren er geen indicaties van een onnatuurlijk overlijden.
 
Volgens het Openbaar Ministerie heeft de verdachte het strafbare feit, zoals opgenomen in artikel 294 lid 2 Wetboek van Strafrecht gepleegd, nu hij heeft geholpen bij de zelfdoding van zijn moeder. Hulp bij zelfdoding kan alleen straffeloos als deze hulp is gegeven door een arts. Verdachte is geen arts en kan daarom geen beroep doen op de strafuitsluitingsgrond van de euthanasiewetgeving. Daarin staat opgesomd aan welke zorgvuldigheidseisen een arts moet voldoen om straffeloos hulp bij zelfdoding te plegen. Deze zorgvuldigheidseisen schrijven onder meer voor dat de betrokken arts een onafhankelijke tweede arts moet raadplegen en dat de hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig moet worden uitgevoerd. De wetgever heeft er bewust voor gekozen hulp bij zelfdoding voor te behouden aan een arts. De kans bestaat dat de blik van persoonlijk betrokken familieleden vertroebeld is of dat de hulp bij zelfdoding op niet medisch verantwoorde wijze wordt gegeven.

Verdachte is geen arts en er is geen sprake van een situatie waarin hij niet anders kon handelen dan hij heeft gedaan, dus het feit en de verdachte zijn strafbaar. De verdachte heeft de euthanasiewens van zijn moeder niet nogmaals onder de aandacht gebracht van haar huisarts. Bij een blijvende afwijzende houding van de huisarts had een gang naar een andere arts moeten volgen om daar de euthanasiewens voor te leggen. Door dit niet te doen, maar in dit stadium al over te gaan tot hulp bij zelfdoding,  is zijn handelen niet te rechtvaardigen.

Strafeis
Het Openbaar Ministerie heeft de overtuiging dat de verdachte heeft gehandeld vanuit naastenliefde en compassie. De drijfveer achter zijn handelen was gelegen in zijn opvatting dat hij zijn moeder met haar uitdrukkelijke wens om te sterven niet de steek mocht laten. Er bestaat geen twijfel aan de integriteit van de motieven van verdachte, maar wat hij gedaan heeft is strafbaar en strafwaardig.

De verdachte heeft het recht, zoals hij dat meende te zien, in eigen hand genomen. Door zijn handelen heeft hij geholpen bij een zelfdoding op een manier die niet voldoet aan de door de wet gestelde eisen. In een democratie is het van belang dat wetten, die na een zorgvuldig  totstandkomingsproces zijn vastgesteld, worden nageleefd. Ook door hen die hun mening niet in alle opzichte in de wet terugvinden.

Vanuit het oogpunt van normhandhaving is een gevangenisstraf op zijn plaats. Hierin komt tot uitdrukking dat het buiten de wettelijke kaders hulp verlenen bij zelfdoding niet straffeloos kan, ook al gebeurt het met de beste bedoelingen.
Gelet op deze verdachte, zijn zuivere motieven en de tijd die inmiddels is verstreken, ziet het Openbaar Ministerie wel aanleiding voor een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf. De mate van verwijtbaarheid komt daarin afdoende tot zijn recht.
Het OM eist een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden met een proeftijd van 2 jaar.

Het volledige requisitoir is hieronder te lezen.

Datum: dinsdag 24 september 2013, 11:08
Bron: Openbaar Ministerie
Categorie: Algemeen
Tags: Ermelo, Gelderland

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry