Nederland eerste ter wereld met rechters gespecialiseerd in mensenhandelzaken

18/04
2013
Den Haag , 18-4-2013

Nederland is het eerste land ter wereld dat rechters met het specialisme  mensenhandel heeft. Dat zei Corinne Detmeijer, Nationaal Rapporteur Mensenhandel, recent tijdens een symposium in Utrecht.

Sinds 1 januari dit jaar oordelen gespecialiseerde rechters en raadsheren over mensenhandelzaken. Hiervoor is gekozen omdat het vaak gecompliceerde zaken zijn die speciale kennis vragen (zie ook: Rechterlijke specialisatie in mensenhandelzaken). Deze zaken gaan vaak over gedwongen prostitutie, maar ook over andere vormen van dwangarbeid, vooral in de landbouw.
Tijdens het symposium in Utrecht, bedoeld voor strafrechters, raadsheren en gerechtsambtenaren, werd mensenhandel van diverse kanten belicht, ook van de kant van het slachtoffer. Rapporteur mensenhandel Dettmeijer zei “trots te zijn op het feit dat rechters en raadsheren in Nederland erkennen dat mensenhandel heel ingewikkeld is, niet alleen in juridisch opzicht, en dat jullie hier bijeen zijn om meer te weten te komen over het onderwerp”.

Mensenhandel belicht

Bij veel mensenhandelzaken staat de vraag centraal of iemand gedwongen of vrijwillig in een bepaalde situatie terecht is gekomen: “Hoe kan het dat je hierin stinkt?”, is een vraag die vaak wordt opgeworpen.

De 49-jarige Linda Futa–Van Goch, van de Stichting Open Ogen, maakte op indringende wijze duidelijk waarom het voor vrouwen zo verschrikkelijk moeilijk is aan die wereld te ontsnappen. Futa, afkomstig uit een 'normaal' milieu, vertelde hoe zij gedwongen werd tot prostitutie. Ze zette uiteen hoe mishandeling en leven in constante angst vrouwen ontoerekeningsvatbaar kan maken.

Ingewikkeld voor rechter

Rapporteur Dettmeijer legde uit hoe het komt dat mensenhandel zo’n taai onderwerp is. In de eerste plaats is het wetsartikel op grond waarvan mensenhandelaren worden vervolgd (273f Sr), complex. Het is gebaseerd op internationale instrumenten en alle mensenhandelvarianten zijn in één artikel vervat. Verder is het artikel opgebouwd uit uiteenlopende gedragingen, waarbij ook de strafwaardigheid verschilt. Voorts speelt het feit dat prostitutie in Nederland gelegaliseerd is, een rol. Hoe toon je aan dat mensen die een legaal beroep uitoefenen, dat niet vrijwillig doen?

Toenemende aandacht

Warner ten Kate, landelijk officier van justitie mensenhandel/mensensmokkel, zette de rol van het Openbaar Ministerie uiteen. Het OM heeft sinds 2005 toenemende aandacht voor het fenomeen. Het is voor het OM moeilijk om genoeg bewijzen te verzamelen, vooral doordat het lastig is slachtoffers ertoe te bewegen aangifte te doen.

Ten Kate vertelde zijn gehoor over champignonkwekers die werknemers 250 euro in rekening brengen voor een stage, terwijl je champignons in enkele minuten tijd leert snijden. Dezelfde werknemer moet 500 euro aan de kweker betalen als hij binnen drie maanden vertrekt en krijgt stuksloon terwijl dat volgens de cao niet mag. Ook zijn er kwekers die standaard slechts 90 % van het loon uitbetalen en verplicht kost en inwoning bieden tegen woekerprijzen. “En zo komt het dat een bakje champignons in de supermarkt maar 79 cent kost.”

Inconsistente verklaringen

En als slachtoffers wél aangifte doen, zijn er ook nog veel valkuilen, zei medisch antropoloog Marian Tankink. Want vaak volgt voor verdachten vrijspraak of een lage straf doordat slachtoffers zichzelf tegenspreken. Maar Tankink lichtte toe dat mensen die een traumatische gebeurtenis ondergaan, bijvoorbeeld een mishandeling, vrijwel nooit in staat zijn tot het afleggen van een consistente verklaring. Stresshormonen stellen de mens in staat te overleven, maar een keerzijde is dat 'perifere informatie' wordt verdrongen. Slachtoffers herinneren zich de kern van wat hen is overkomen, maar niet de details. Als een vrouw bijvoorbeeld slachtoffer is van groepsverkrachting, weet ze dat nog. Maar hoeveel mannen er precies meededen, hoe de verkrachting in z’n werk ging – dergelijke details zijn vaak niet meer te reproduceren. En advocaten gebruiken dat in de verdediging van hun cliënten. 
Tankink: “Ik zeg altijd: Als iemand iets ergs heeft meegemaakt en een consistent verhaal afsteekt, juist dan is er vaak iets mis. Want dat kan bijna niet.” Een oplossing voor dit probleem heeft Tankink tot haar spijt niet.

Oriëntatiepunten

Dettmeijer maakte tijdens het symposium nog een punt van het ontbreken van oriëntatiepunten voor straftoemeting. Voor diverse delicten heeft de rechtspraak dergelijke oriëntatiepunten geformuleerd. Oriëntatiepunten worden door rechters, via de Commissie Rechtseenheid, zelf opgesteld om zich op te kunnen baseren bij soortgelijke zaken. Vergelijkbaar straffen bij gelijksoortige delicten komt de rechtszekerheid, rechtseenheid en rechtsgelijkheid ten goede en is daarom uitgangspunt van de rechtspraak.
De Commissie Rechtseenheid vond voor mensenhandel te te weinig jurisprudentie om oriëntatiepunten op te stellen. Ook zijn de laatste jaren veelvuldig wetswijzigingen aangebracht, die een belemmering vormen voor het opstellen van oriëntatiepunten. Rechters spreken recht op grond van de wet op het moment dat het delict wordt gepleegd.

De Raad voor de rechtspraak heeft de bevindingen van het onderzoek naar de mogelijkheden voor het opstellen van oriëntatiepunten voor de straftoemeting in mensenhandelzaken in december 2012 uiteengezet in een  brief (PDF, 64,4 Kb) aan de minister van Veiligheid en Justitie. In die brief is tevens aangegeven dat de ontwikkelingen op het gebied van mensenhandel nauwgezet worden gevolgd. De minister heeft op zijn beurt in een brief (PDF, 58 Kb) de Tweede Kamer hierover geïnformeerd

Organisatie

Het symposium werd georganiseerd door opleidingscentrum voor de rechtspraak SSR en het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) van de rechtbanken en gerechtshoven.

Zie ook: Specialisatie rechters geen oplossing voor alles

Datum: donderdag 18 april 2013, 00:00
Bron: Rechtspraak.nl
Categorie: Algemeen
Tags: Utrecht

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry