Bestaat er goede trouw bij de aankoop van illegale software?

12/03
2013
Een lezer vroeg me:

Stel dat iemand mijn fiets steelt en die doorverkoopt tegen een reële prijs. Dan is de fiets officieel van de koper en krijg ik hem niet terug. Maar hoe werkt dat nu met software? Als iemand mijn software gaat doorverkopen zonder dat dat mag, wanneer is de koper dan tóch eigenaar?

Als een zaak (een ding, zoals een fiets) door diefstal wordt verkregen, dan kan de dief deze juridisch gezien niet doorverkopen. Hij is immers geen eigenaar. Echter, wat nu als de koper te goeder trouw meende echt een legale fiets te kopen? Dan zou het wel zuur zijn als hij die vervolgens moest inleveren omdat deze tóch gestolen blijkt. Daarom bepaalt de wet dat een particulier die koopt bij een winkel (en tegen een normale prijs) beschermd wordt: hij wordt eigenaar, ook als de fiets gestolen was. (Oké, dit is óók zuur want de bestolen eerste eigenaar heeft nu het nakijken. Maar je moet íets.)

Bij software ligt dit anders. Software is geen zaak en kan niet worden gestolen. Bovenstaande regel geldt dus niet, behalve als we het hebben over standaardsoftware tegen een reële prijs (die kon je immers wél kopen) en deze dus in een winkel wordt doorverkocht. Maar een website is geen winkel. En bovendien is “doorverkoop van een licentie buiten de grenzen van de Usedsoft-uitspraak” niet hetzelfde als diefstal, maar alleen auteursrechtinbreuk.

Meestal zal er bij softwareverkrijging sprake zijn van licentieverlening. (Ik hoor nu hAl tussendoor: “Nee hoor, meestal is er sprake van welbewuste piraterij.” En ja, oké, maar daar ging deze blog even niet over.) In die situatie kan er ook sprake zijn van een vorm van goede trouw. Wat je dan namelijk aan de hand hebt, is een beweerdelijke vertegenwoordiging: de `doorverkoper’ van de software (de licentienemer) doet alsof hij bevoegd is namens jou een licentie te verlenen aan zijn wederpartij (de doorkoper?). En daar is een wetsartikel voor:

Is een rechtshandeling in naam van een ander verricht, dan kan tegen de wederpartij, indien zij op grond van een verklaring of gedraging van die ander heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat een toereikende volmacht was verleend, op de onjuistheid van deze veronderstelling geen beroep worden gedaan.

De vraag is dus of de rechthebbende de indruk heeft gewekt dat de licentienemer de licentie mocht doorverhandelen of nieuwe licenties mocht uitdelen. Bij gewoon doorgeven van een verkregen licentie zal daar geen sprake van zijn, maar wanneer iemand op de site van de rechthebbende als `certified partner’ of iets dergelijks vermeld staat dan zou ik die indruk wel durven aannemen. De rechthebbende zit dan vast aan die licentie, ook al mocht die eigenlijk niet worden verleend.

Ik vraag me af hoe vaak dit voorkomt. Vaker dan je denkt, denk ik (ahem). Wie durft er te zeggen dat `ie écht de licentiestructuren van de bekende softwarereuzen doorgrondt?

Arnoud

Kent u onze boekenserie Deskundig en praktisch juridisch advies al? Webwinkels, hosting, software, security en meer!

Datum: dinsdag 12 maart 2013, 08:13
Bron: Iusmentis Blog
Categorie: Internet en ICT

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry