Verhalen brengen recht tot leven in Gevangenpoort

28/09
2012
Den Haag , 28-9-2012

Het meisje en de betonmolen, De babymoord die geen moord bleek te zijn, het zijn geen titels van misdaadromans maar van waargebeurde verhalen, die donderdagavond27 september werden verteld in de Gevangenpoort in Den Haag. Zeven mensen uit de rechtspraak, wetenschap en politiek waren uitgenodigd om als afsluiting van de Dag van de Rechtspraak hun verhaal over het recht te vertellen in de middeleeuwse gevangenis. Wandelend van de rechterskamer naar ijzingwekkende martelruimtes kregen ruim 80 bezoekers persoonlijke verhalen te horen, die het recht tot leven brachten.

Koel hoofd, warm hart

Rieme-Jan Tjittes, hoogleraar privaatrecht, advocaat en raadsheer-plaatsvervanger bij het gerechtshof in Arnhem, heeft zich in de Pijnkelder verschanst. Tussen de ijzeren boeien, kettingen en haken vertelt hij het verhaal van Jeanine, die in 1996 met haar vriendinnetje van school naar huis fietst en tegen een betonwagen botst. Als jaren later blijkt dat het ongeluk blijvende schade heeft opgeleverd, wil haar moeder de chauffeur aansprakelijk stellen. De wettelijke termijn is dan al verlopen, dus het meisje krijgt niets. Een juridische correcte uitspraak, maar had de rechtbank niet verder moeten kijken? Tjittes vindt van wel. Door zijn persoonlijke schets van het meisje, haar moeder en de chauffeur maakt hij de toehoorders duidelijk dat elk verhaal meerdere kanten heeft die meegewogen moeten worden. “Als jurist moet je het hoofd koel houden, maar het hoofd vooral warm”, zegt hij.

Drumstel

De menselijke maat speelt in verschillende verhalen de hoofdrol. Bestuursrechter Vivienne van Amstel vertelt hoe het toelaten van emoties op de zitting de rechtspraak het afgelopen decennium heeft verbeterd. Als beginnend rechter leerde ze oplaaiende emoties snel de kop in te drukken. Kwam iemand bezwaar maken tegen een bouwplan van de buurman, maar begon hij over diens hinderlijke drumstel, dan zei ze: ‘Ik zie dat het u raakt’, om snel terug te keren naar het juridische conflict over de bouwvergunning. Later, als strafrechter, werd ze geconfronteerd met slachtoffers en nabestaanden die zich niet gehoord voelden. Inmiddels is er spreekrecht voor slachtoffers en heeft ook het bestuursrecht een revolutie doorgemaakt. “Het is nu normaal om te vragen: waar gaat het u echt om? Als dat niet het bouwplan, maar het drumstel van de buurman blijkt te zijn, praten we daarover door.” Daarmee worden conflicten vaak beter opgelost.

Boxmeerse babymoord

In de IJzerkamer haalt advocaat en strafrechtdeskundige Geert-Jan Knoops bloedstollende herinneringen op aan de zaak van de Boxmeerse babymoord. Een Duitse man meldde zich in 1993 bij de politie in Boxmeer en vertelde dat zijn ex-vriend tien jaar daarvoor een kind had vermoord. De ex zou destijds zijn stiefzoontje na seksueel misbruik een kussen op het hoofd hebben gedrukt, maar het sterfgeval was als een natuurlijke dood geregistreerd. 

De Duitser werd langdurig verhoord door twee rechercheurs en later nog eens acht uur door de rechter-commissaris. Hij maakte een volstrekt betrouwbare indruk, zelfs op een geraadpleegde forensisch psychiater. Een patholoog bevestigde op basis van het dossier dat er sprake kon zijn van een misdrijf.

Gespleten persoonlijkheid

De ex-vriend was er gloeiend bij, leek het. Totdat een journalist papieren over de Duitser in handen kreeg. Hij leed aan schizofrenie, had een gespleten persoonlijkheid en had zich zelf schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van kinderen. Toen ook nog bleek dat eerder al eens aangifte tegen hem was gedaan bij een naburige politiepost omdat hij geprobeerd had een jongetje te verleiden en daarbij ook het psychiatrisch rapport was overlegd, was het drama compleet.“Dit verhaal maakt duidelijk hoe moeilijk het is om vast te stellen of een getuige betrouwbaar is”, zegt Knoops. “En ook hoe kwetsbaar de rechtspraak is als bewijsmateriaal wordt achtergehouden.”
Waarom de politie destijds de aangifte en het rapport in een la liet verdwijnen, is nooit duidelijk geworden.

Dwalingen

De rechtspraak is de afgelopen jaren geplaagd door een aantal missers en dwalingen in grote strafzaken. Jan de Wit, Tweede Kamerlid voor de SP en in het verleden advocaat, maakt zich zorgen over het zelfreinigend vermogen van de rechterlijke macht. Voordat grote rechterlijke dwalingen als de Schiedammer Parkmoord, de zaak Lucia de Berk en de Puttense moordzaak aan het licht kwamen, dacht hij niet dat dergelijke fouten mogelijk waren. Daarom stelde hij twee jaar geleden voor een onafhankelijke Revisieraad in het leven te roepen, met zelfstandige onderzoeksbevoegdheden, naar het voorbeeld van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Hij ziet te weinig beweging in de rechterlijke macht om dwalingen in de toekomst te voorkomen.
Die zorg deelt opiniepeiler Maurice de Hond. Hij heeft verschillende strafdossiers bestudeerd, waaronder dat van de Deventer moordzaak, en is tot de verontrustende conclusie gekomen dat mensen zich in het opsporingsonderzoek aantoonbaar niet aan de regels houden. Rechters zouden daar veel feller tegen moeten optreden, vindt hij.
Mensen en monsters

Stijn Franken, advocaat en hoogleraar straf(proces)recht, hekelt de huidige tijdgeest, waarin het wij-zij-denken hoogtij viert en misdadigers vaak als monsters worden bestempeld, die het niet verdienen als mens behandeld te worden. “Daarom is de inbreker die onlangs in Tilburg om het leven kwam geen slachtoffer in de ogen van staatssecretaris Teeven; hij behoort niet tot het wij-kamp van de fatsoenlijke burgers.”
Franken wijst op het gevaar dat die mentaliteit op rechters overslaat. Er mag best streng gestraft worden als daar aanleiding voor is, vindt hij. Maar rechters moeten wel oog hebben voor het verhaal en de omstandigheden van de verdachte. “De verdachte is meer dan zijn verderfelijke daad. Geen mens is alleen maar wit of zwart, wij bestaan allemaal uit grijstinten.” Menselijkheid, nu vaak beschouwd als relikwie uit de ‘softe’ jaren 70, zou daarom volgens Franken tot kernwaarde van de rechtspraak bestempeld moeten worden, naast bijvoorbeeld onpartijdigheid.

Russische praktijken

Intussen benadrukt Wil Tonkens, rechter-plaatsvervanger in Amsterdam, in de Raadkamer van de Gevangenpoort de grensoverschrijdende schoonheid van haar vak. Via een multinational met Russische wortels, die om belastingtechnische redenen een stam-BV in Nederland heeft, is ze met haar Amsterdamse collega’s in de situatie beland dat ze het werk van Russische rechters moest controleren. De beerput die daarop open ging, waarbij een kwalijke rol van de Russische belastingdienst werd onthuld, leidde ertoe dat de griffier premier Balkenende belde. “Hij zou net op staatsbezoek naar Rusland gaan”, zegt Tonkens. “Wellicht zou Poetin zich beklagen.” De rechters stelden zich voor hoe zo’n gesprek tussen de twee machthebbers zou verlopen. Maar bovenal beseften ze hoe goed het is om in een land te leven waar ze onafhankelijk recht kunnen spreken, zonder politieke bemoeienis.

 

 

 

Datum: vrijdag 28 september 2012, 00:00
Bron: Rechtspraak.nl
Categorie: Algemeen
Tags: Amsterdam, Arnhem, Boxmeer, Deventer, Gelderland, Groningen, Leek, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Putten, Rusland, Tilburg

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry