‘Elektronische enkelband moet bij specifieke situatie passen’

27/09
2012
Den Haag , 27-9-2012

Rechters kennen het middel van de elektronische enkelband voldoende, maar zijn soms terughoudend met de toepassing omdat ze praktische en juridische bezwaren zien. Dat stelt strafrechter en landelijk bestuurder Tony Rikken in een reactie op een artikel in de Volkskrant waarin Reclassering Nederland stelt dat het middel van de enkelband te weinig wordt ingezet. Rechters zeggen vooral per zaak te bekijken of inzet van de enkelband zinvol is.

Goedkoop

Volgens de reclassering wordt het middel van de elektronische enkelband te weinig gebruikt. Terwijl het diverse grote voordelen heeft, stelt bestuursvoorzitter van Reclassering Nederland Sjef van Gennip in de Volkskrant van 21 september. Het is veel goedkoper dan een celstraf, het zorgt ervoor dat gevangen in hun omgeving van werk, school en huis blijven functioneren en verkleint de kans dat ze in herhaling vallen. Toch wordt het middel in Nederland maar beperkt ingezet: 785 keer in 2011. Van Gennip zegt in het artikel dat dit deels komt doordat rechters en officieren van justitie te weinig vertrouwd zijn met de mogelijkheden van de enkelband.

Uitleg

Rechters zijn in toenemende mate bekend met de elektronische enkelband, reageert Tony Rikken, bestuurslid van het Landelijk overleg voorzitters strafsectoren (LOVS) en strafrechter en sectorvoorzitter bij rechtbank Almelo. “Die bekendheid is overigens mede te danken aan de landelijke tour van de reclassering met uitleg over dit type straf”, aldus Rikken. “Er zijn ook rechters en officieren die zelf met een enkelband hebben rondgelopen om te ondergaan hoe dat voelt.”

Beperkt

Ben van der Aa is één van die rechters. De Maastrichtse strafrechter droeg  een week een enkelband. “Je voelt je voortdurend gecontroleerd. Je staat er letterlijk mee op en gaat ermee naar bed. Je wordt sterk beperkt in je privacy.” Van der Aa vindt niet dat alle rechters zijn voorbeeld zouden moeten volgen. “Het is nuttig, maar je hoeft niet alles zelf ervaren te hebben om een goede rechter te kunnen zijn.”

Ingrijpen

Het is de taak van de strafrechter om vooral te kijken naar de specifieke omstandigheden in een specifieke zaak, vult Rikken aan. “Een elektronische enkelband moet wel in lijn zijn met het specifieke delict, de verdachte, de omstandigheden. En dat is niet altijd zo.” Rikken maakt onderscheid tussen het gebruik van de enkelband op verschillende momenten in het proces. Het eerste moment is wanneer de rechter-commissaris besluit of de verdachte  langer moet worden vastgehouden. Hij kan de voorlopige hechtenis verlengen, hem vrijlaten, of schorsen. In dat laatste geval kan besloten worden tot elektronisch toezicht via de enkelband. “Dat wordt zeker in overweging genomen”, aldus Rikken. “Maar soms twijfelen rechters eraan of er wel snel genoeg kan worden ingegrepen als de verdachte de regels overtreedt. Dat kan een bedreigende situatie opleveren voor bijvoorbeeld een ex-partner. Bij twijfel zal de rechter er van af zien.”

Profiel dader

Dat komt gelukkig niet voor, zegt van Gennip in een extra reactie achteraf. “Er wordt in dat soort situaties altijd meteen ingegrepen. Zeker bij de overtreding van een locatieverbod wordt direct de politie ingeschakeld.” Maar de reclassering beseft tegelijkertijd goed dat de afweging bij de rechter ligt. “Wij willen niet op de stoel van de rechter gaan zitten.” Wel wijst Van Gennip er op dat ook in de adviezen die de reclassering geeft, heel goed per zaak gekeken wordt of de elektronische enkelband een geschikt middel is om een locatiegebod of –verbod te controleren. Van Gennip: “Het profiel van de dader speelt daarin een belangrijke rol. En de combinatie met gedragscorrigerende maatregelen, zoals leren omgaan met agressie.”

Beslissing rechter

Een tweede moment waarop de rechter de elektronische enkelband kan inzetten, is bij het uitspreken van de straf. Wanneer de straf voor een deel bestaat uit een voorwaardelijke gevangenisstraf, kan de enkelband wederom worden ingezet als toezicht op een voorwaarde. Bijvoorbeeld dat iemand op een bepaalde plek moet blijven. “Ook hier moet het middel bij de situatie passen”, zegt Rikken. “Maar we zijn niet onwelwillend.” In het verleden was er nog een derde manier waarop de enkelband werd ingezet: als vervanging van een kortdurende gevangenisstraf. “Dan kreeg de gevangene bijvoorbeeld twee maanden een band om in plaats van twee maanden cel”, vertelt Rikken. “Dit is niet zo door de rechter bedoeld en het anders inrichten van een door de rechter uitgesproken straf is niet toegestaan”, benadrukt hij. Dat betekent niet dat de Rechtspraak per definitie tegen elektronische detentie als strafvorm is. Als dat wettelijk mogelijk gemaakt wordt, kan het een aanvulling zijn. Alleen moet het altijd de rechter zijn die de beslissing neemt over het gebruik van de enkelband.

Digitaal loket

Van Gennip van Reclassering Nederland ziet wel kansen voor een wetswijziging. “Ik denk wel dat het nieuwe kabinet die strafoptie bespreekbaar wil maken, ook gezien de noodzaak om te bezuinigen.” De reclassering ziet het gebruik van de enkelband en de bijbehorende begeleiding als een serieus alternatief voor een kortdurende gevangenisstraf. Over dit soort aspecten gaat de reclassering eerst in overleg met de Raad voor de rechtspraak en andere partners, vertelt Van Gennip. Daarin zal hij wijzen op het nieuwe digitale loket Elektronische Controle, een site waar rechters en officieren zaken kunnen gaan aanmelden die geschikt lijken voor de inzet van de enkelband. Daarmee hoopt de reclassering de drempel voor het gebruik van de enkelband te verlagen. Rikken is als portefeuillehouder ‘Executie straffen en maatregelen’ van het LOVS graag bereid tot samenwerking: “Het gaat er uiteindelijk om samen de meest effectieve sanctie mogelijk te maken.”

 

Datum: donderdag 27 september 2012, 00:00
Bron: Rechtspraak.nl
Categorie: Algemeen
Tags: Almelo, Limburg, Maastricht, Overijssel

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry