Gebruiksvergoeding bij terugsturen defect product?

05/05
2011
Moet je een gebruiksvergoeding betalen als een aankoop niet goed werkt? Nee, zei het Europese Hof in 2009. Maar veel Nederlandse winkeliers doen alsof hun neus bloedt en rekenen gewoon een vergoeding als je een defect product retourneert. Vorige week wees Alex me op een al wat ouder maar nog steeds interessant vonnis waarin ook deze praktijk gewoon ongeldig verklaard wordt.

Een man had een auto gekocht, maar na anderhalf jaar problemen wilde hij er weer van af. De garagehouder ging daar na enig mopperen in mee, maar wilde wel een gebruiksvergoeding omdat de man er immers anderhalf jaar in had kunnen rijden. Daar was de koper het niet mee eens, en dus ging men naar de rechter.

Volgens de wet heb je als consument het recht om een aankoop ongedaan te maken als het gekochte product gebreken vertoont en deze niet door herstel of vervanging op te lossen zijn. Dit geldt bij alle aankopen trouwens, niet alleen bij koop via internet. Je hebt dan ook nog het recht om zelf te bepalen of je herstel of vervanging wilt, behalve in de uitzonderlijke situatie dat jouw keuze onredelijk veel duurder of moeilijker is dan het alternatief.

Een aankoop ongedaan maken doe je door een brief te sturen (art. 7:22 BW) waarin je meldt dat je dit doet. Het is handig om een motivatie toe te voegen waarin je aangeeft om welke gebreken het gaat, en waarom de pogingen tot dusverre tot niets hebben geleid.

Na de ontbinding moet de aankoop ongedaan worden gemaakt. De koper heeft dus recht op terugbetaling van de koopsom. De verkoper kan aanspraak maken op teruglevering van de door hem geleverde zaak, en wel “in de staat waarin deze zich bij de levering bevond”. Nu is dat bij een anderhalf jaar oude auto onmogelijk. In dat geval kan de verkoper in principe schadevergoeding vragen voor de achteruitgang van de zaak.

De rechtbank wijst echter op artikel 7:10 lid 3 BW, dat bepaalt dat bij een ontbinding de risico’s van het product voor rekening van de verkoper blijven. De achteruitgang van het product door toedoen van de koper komt eveneens voor rekening van de verkoper. De waardevermindering van het product komt nu dus voor risico van de verkoper. Slechts in uitzonderingsgevallen zou afgeweken kunnen worden van die regel.

Het enkele gebruik van een zaak door de koper is echter onvoldoende voor toewijsbaarheid van een dergelijke vordering, aldus de rechter. Een vergoeding kan alleen worden geëist bij een situatie waarin sprake is van ongerechtvaardigde verrijking en waarin het uitblijven van een gebruiksvergoeding naar normen van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. En daarvan is absoluut geen sprake in dit geval: de koper heeft de auto niet of nauwelijks fatsoenlijk kunnen gebruiken, en is

voortdurend geconfronteerd geweest met storingen aan de auto en heeft hij zich in de gebruiksperiode inspanningen moeten getroosten om de auto gerepareerd te krijgen.

Oftewel: wie nauwelijks normaal gebruik kan maken van het product, kan toch moeilijk ook nog eens een vergoeding voor dat gebruik moeten betalen.

Maar het kan nog mooier geformuleerd: hééft zo’n roestbak eigenlijk wel waarde? Immers, het ding is niet te repareren of aan te passen zodat hij wel fatsoenlijk rijdt. Bespeur ik enig sarcasme in het vonnis bij “als de auto al enige waarde heeft, [is] die niet substantieel afgenomen”?

Arnoud

Meer weten over internetrecht? Koop mijn boek De Wet op Internet!

Datum: donderdag 5 mei 2011, 08:27
Bron: Iusmentis Blog
Categorie: Internet en ICT

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry