Zeven jaar gevangenisstraf na dodelijke schietpartij Arnhem

03/09
2010
Zeven jaar gevangenisstraf na dodelijke schietpartij Arnhem

Utrecht, 3 september 2010 - Een 30-jarige man uit Rheden is vrijdag door de rechtbank in Arnhem, zitting houdend in Utrecht, veroordeelde tot zeven jaar gevangenisstraf wegens doodslag. De man schoot op 5 juli 2009 in Arnhem een andere man neer. Het slachtoffer overleed drie dagen later aan zijn verwondingen. De officier van justitie had acht jaar cel en tbs geëist voor moord.

De rechtbank sprak de verdachte echter vrij van moord, omdat niet is komen vast staan dat de schutter met voorbedachten rade heeft gehandeld. De verdachte was met twee metgezellen naar de woning van het slachtoffer gegaan om geld dat het slachtoffer aan één van zijn metgezellen schuldig zou zijn op te eisen. Het slachtoffer verschijnt daar op zijn balkon en over en weer wordt er geschreeuwd en gescholden. De verdachte trekt hierop in de centrale hal van het appartementcomplex zijn vuurwapen en laadt het door. Hij bedenkt zich echter, gaat niet naar de woning van het slachtoffer en gaat samen met de twee anderen weer naar buiten.

Even verderop zien de drie dat het slachtoffer met ontbloot bovenlijf op hen afkomt. Hij zwaait daarbij met een klauwhamer. Verdachte trekt vrijwel onmiddellijk zijn wapen en schiet. Eerst op de grond maar kort daarna ook op het lichaam, naar zijn zeggen op de benen, van het slachtoffer, die in zijn zij geraakt wordt en hieraan uiteindelijk overlijdt.

Omdat dit allemaal heel snel en hectisch verliep oordeelde de rechtbank dat de verdachte geen gelegenheid heeft gehad om zich te beraden over de betekenis en de gevolgen van dat schot en zich daarover rekenschap te geven. Daarom was er geen sprake van voorbedachte rade.

Drie deskundigen hebben een rapport uitgebracht over de persoon van de dader. De deskundigen trokken verschillende conclusies. De rechtbank oordeelde – in lijn met de rapportage van één van de deskundigen - dat niet met voldoende zekerheid valt vast stellen dat verdachte leed aan een stoornis op het moment dat het schietincident plaatsvond. Van het opleggen van tbs kon daarom geen sprake zijn. De rapporten van de twee andere deskundigen, die wel vonden dat er een persoonlijkheidsstoornis bij de verdachte was, zijn gegrond op beperkt onderzoek: gesprekken met verdachte, een (telefonisch) gesprek met de vriendin van verdachte en in één geval overleg met de reclassering.

De rechtbank hield er bij de strafoplegging rekening mee dat verdacht er op 5 juli 2009 bewust voor heeft gekozen om het vuurwapen mee te nemen en het kennelijk acceptabel vindt om een vuurwapen te gebruiken als middel voor “oplossing” van gerezen problemen. De rechtbank hield ook rekening met de rol van het slachtoffer, terwijl er geen dreiging in zijn richting was, bewust gewapend met een klauwhamer de confrontatie zocht De rechtbank vond het dat dit onverwachte handelen een zekere psychische druk op verdachte heeft gelegd en daarmee zijn handelen heeft bepaald. Daarom legde de rechtbank een enigszins lagere straf op dan de officier van justitie eiste.

Datum: vrijdag 3 september 2010, 14:43
Bron: Rechtspraak.nl
Categorie: Algemeen
Tags: Arnhem, Gelderland, Rheden, Utrecht

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry