We gaan door – maar dan wat minder opzichtig

12/05
2020
De eerste poging van het kabinet om een \`slimme digitale oplossing\` tegen het coronavirus te ontwikkelen, eindigde met zwaar bekritiseerde spelshow. De reflectie van het ministerie: we gaan er mee door, maar gewoon wat minder opzichtig. Zo mogelijk nog schadelijker voor het broodnodige vertrouwen van de samenleving.

Slim hoeft het niet meer te zijnGisteren herhaalde de minister in het debat in de Tweede Kamer het nog maar eens: \`Zo zouden we dus [...] geen verplichtingen nodig hoeven te hebben om toch een massaal gebruik in Nederland te zien. Want die 60% moeten we dan wel zien te halen.\` Dat massale gebruik, op vrijwillige basis, is alleen haalbaar als de samenleving vertrouwen heeft in de overheid, de app en het proces waarmee die app gebouwd wordt. En zelfs dan is brede adoptie geen gegeven. Maar zodra er maar de minste of geringste twijfel is over de effectiviteit en veiligheid van de app, kun je dat wel vergeten. En het bouwen aan vertrouwen uit de samenleving is alleen maar belangrijker geworden, nadat het ministerie in de eerste ronde veel te gehaast van start ging.

Het ministerie is nu bezig met een nieuwe app. Kostte wat het kost, zo lijkt het. Die is gedegradeerd van \`oplossing\` tot een \`ondersteuning\` voor het contactonderzoek en hoeft blijkbaar ook niet meer \`slim\` te zijn. Maar laat je je niet verwarren: de minister is nog altijd op zoek naar een technologische oplossing voor een nog altijd ongedefinieerd probleem. Het grote verschil is dat het ministerie nu minder open is over wat het precies wil bereiken. De app \`wordt gerealiseerd door een aantal overheidsorganisaties\`. Die worden dan \`aangevuld met externe deskundigen\`.

Als je anderen écht wilt meenemen ben je niet alleen open over de tussenresultaten, maar ook over je vertrekpunt.

Betrekken van externe deskundigen is toe te juichen, als daar tenminste naar geluisterd wordt (in tegenstelling tot wat eerder gebeurde). En als die voor andere perspectieven kunnen zorgen. Het lijstje met experts stemt wat betreft die tweede voorwaarde weinig hoopvol: acht witte, mannen (hoe deskundig ook) missen essentiële perspectieven van bijvoorbeeld mensen met een functiebeperking of die de Nederlandse taal niet machtig zijn. Een goede afspiegeling van onze maatschappij is het hoe dan ook niet.

Een open source schilletjeVoor het eind van de maand moet er een proof of concept af zijn. De \`tussenresultaten\` moeten vanaf volgende week publiek beschikbaar zijn. De minister doet dat \`om niet alleen te laten zien wat we doen en waar we staan maar ook om de kennis en ervaring van iedereen die mee wil doen actief te benutten.\` Maar zo simpel is dat niet. Daar is meer voor nodig.

Dat die code openbaar wordt, is mooi. Maar daarmee is nog geen sprake van een transparant proces. Als het dat wel zou zijn, dan zou de minister ook transparant zijn over het probleem dat hij probeert op te lossen. Want waarom voelt de minister de noodzaak om \`de belasting van de GGD reduceren\`, terwijl de GGD zegt \`klaar te zijn voor uitbreiding contactonderzoek.\` En waarom maakt de minister dan niet \`het programma van eisen\` dat is opgesteld door de \`Taskforce digitale ondersteuning\` van de GGD openbaar? Wij hebben er nu om moeten vragen met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. Maar de beslissing op ons verzoek heeft de minister voor nu maar even opgeschort. Als je anderen écht wilt meenemen ben je niet alleen open over de tussenresultaten, maar ook over je vertrekpunt.

Technologie is geen oplossing voor elk probleem dat je je maar kunt bedenken.

En zelfs als de app al een gegeven is, is er meer nodig. De minister schreef in zijn brief aan de Tweede Kamer dat het harde werken van zijn ambtenaren \`zal leiden tot een open source app op basis van het [...] door Apple en Google gepubliceerde framework.\` Dat is een grote beslissing, in allerlei opzichten. Wat waren de afwegingen? Waarom wordt de kritiek van deskundigen die zeggen dat deze technologie ongeschikt is, terzijde gelegd? En betekent dit dat het ministerie alleen een interface, een schilletje om een gesloten kern, ontwikkelt? En wat is er dan nog \`open source\` aan deze \`open source app\` als het grootste deel van de broncode het bedrijfsgeheim van twee machtige Amerikaanse technologiebedrijven met een slecht track record op het gebied van onze belangen? Allemaal vragen waar de minister over zwijgt. Dat schept geen vertrouwen.

De app is gedegradeerd van \`oplossing\` tot een \`ondersteuning\` en hoeft ook niet langer \`slim\` te zijn.

En dan is er ook nog een andere reden waarom het publiceren van de broncode van de app volstrekt onvoldoende is. Het gaat niet alleen om een transparant proces, maar ook om een open houding. Dat je open staat voor kritiek. Dat je luistert en reageert op de kritiek die je krijgt. Dat je er iets mee doet. En dat dat later terug te zien is in een volgende \`tussenresultaat\`. Dat gebeurde in de eerste fase in ieder geval niet. Want als dat wel was gebeurd, dan hadden de betrokken experts niet later gezegd dat ze \`vanuit hun professionele integriteit [zich] niet [kunnen] verbinden aan de uitkomsten\`.

Minder effectief en onbewezenWe herhalen nog maar eens: wat nodig is, is niet een app voor alles, maar een visie voor iedereen. We zijn overtuigd van het nut van bron- en contactonderzoek en het goede werk dat de GGD verzet. Wat we niet begrijpen is waarom de minister een ontzettend effectief middel nu probeert te vervangen met een minder effectieve en onbewezen digitale oplossing. Technologie is geen oplossing voor elk probleem dat je je maar kunt bedenken. Voor de strijd tegen een virus als dit nieuwe coronavirus is meer nodig.

Vind je ons werk belangrijk? Help ons!

Datum: dinsdag 12 mei 2020, 13:40
Bron: BitsOfFreedom
Categorie: Internet en ICT
Tags: Leiden, Zuid-Holland

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry