Noordpoolijs worstelde zich door de zomer

04/11
2019
Een record is het uiteindelijk net niet geworden, maar de zeeijsbedekking in het noordpoolgebied is de voorbije maanden wel bijzonder laag geweest. Soms ook lager dan ooit, als je de tijd van het jaar in ogenschouw nam. Inmiddels bouwt het zeeijs weer op richting de winter.

Dat het voor wat het zeeijs betreft een bijzonder jaar zou worden, was het afgelopen voorjaar meteen al duidelijk. Het had de wintermaanden ervoor lang geduurd voordat de ijsbedekking van de Arctische Oceaan zijn maximale omvang had bereikt. Toen na een late groeispurt het smeltseizoen begon, was het grootste gedeelte van het ijs nog maar erg dun en gevoelig voor hogere temperaturen. Keek je naar het totale volume van het ijs, dan begon alleen het jaar 2017 nog beroerder aan de zomer.

Moordend tempo
De warmte die zich vervolgens van het noordpoolgebied meester maakte (niet alleen wij hadden een warme zomer, dat gold zeker ook voor het hoge noorden) begon het ijs dan ook in een moordend tempo te smelten. Tot ongeveer halverwege augustus liep de afsmelt van het ijs gelijk op met die van het nog altijd geldende recordjaar 2012. Daarna bleek de zomer zijn kruid te hebben verschoten. Het tempo van de afsmelt vlakte ineens af en 2012 hield zijn record, het jaar 2019 is nu tweede. Op het dieptepunt was nog ongeveer 4,3 miljoen vierkante kilometer van de Arctische Oceaan met ijs bedekt, tegen ongeveer 6,4 miljoen vierkante kilometer normaal (periode 1981-2010).

Groei liet lang op zich wachten
Daarmee was het verhaal echter nog niet klaar. Want toen de vorst het noordpoolgebied langzaam weer veroverde, duurde het ook lang voordat het ijs een beetje begon te groeien. Zo lang dat we halverwege oktober toch onder het niveau van 2012 terechtkwamen. Een groeispurt tegen het einde van de maand heeft uiteindelijk voorkomen dat oktober met een recordlage hoeveelheid zeeijs eindigde. Inmiddels zijn we 2016, de recordhouder voor oktober, duidelijk voorbij. En komt ook 2012 snel in zicht.

IJs heeft het moeilijk
Dat het slecht gaat met het zeeijs in het noordpoolgebied is inmiddels al heel lang bekend. De hoge temperaturen in het gebied (nergens warmt het zo snel op als daar) zijn er natuurlijk debet aan. Verder wordt het zeewater steeds warmer, zodat het ijs ook van onderen wordt aangevallen. Het weer doet de rest. Schijnt de zon veel in het poolgebied (zoals de laatste jaren vaal gebeurt) en waait het af en toe flink, dan gaat het hard. De zomers waarin de bewolking overheerst en lagedrukgebieden boven het ijs de boel mooi bij elkaar houden, zijn de zomers die er wat afsmelt betreft goed uitspringen.

Invloed op het weer
Hoeveel invloed het al dan niet aanwezig zijn van zeeijs heeft op het weer ter plaatse, blijkt iedere herfst weer op die plekken waar het ijs nu later ontstaat dan vroeger. Daar waar het open water langer standhoudt dan eerder, kunnen de temperaturen zomaar 5 tot 10 graden hoger dan normaal zijn, soms zelfs nog wel meer. Pas als het ijs er weer is, zie je de boel wat normaliseren. Al komt door het dunne ijs heen ook nog veel warmte van het water naar boven die de temperaturen toch hoger houdt.

Komt de noordpool zonder ijs?
De grote vraag is natuurlijk wanneer de geografische noordpool in de zomermaanden voor de eerste keer zonder ijs komt te zitten. Tot nu toe is dat nog niet gebeurd, al is de ijsgrens al wel af en toe erg dichtbij gekomen. Met een ijsbreker de noordpool bereiken in de zomer is al wel mogelijk, terwijl dat in de vroegere situatie ondenkbaar was. Feitelijk is het ijsvrij worden van de noordpool te vergelijken met de eerste keer 40 graden in Nederland. Lange tijd hebben we dat laatste voor onmogelijk gehouden, maar dit jaar is het dan toch gebeurd. Zo zal het ook wel met het Noordpoolijs gaan.

Gevolgen voor het weer bij ons?

Wat de gevolgen van het afsmelten van het noordpoolijs voor het weer bij ons zijn, is niet helemaal duidelijk. In elk geval is de lucht die vanuit de Noordpoolregio onze kant op komt als de wind uit die hoek waait minder koud dan vroeger, maar nog wel steeds koud. Verder lijkt het erop dat de hogere temperaturen ook invloed hebben op de ligging van hoge- en lagedrukgebieden. Waar dat bij ons toe leidt, is nog altijd de inzet van heftige discussies onder geleerden. Verder zien we dat er door het vele open water in de herfst meer vocht in de lucht zit dan vroeger in gebieden waar het nog wel koud genoeg is voor sneeuw, zoals in Siberiƫ. Het is tegenwoordig dan ook bijna iedere herfst zo dat zich in de oktobermaand in hoog tempo een sneeuwdek opbouwt dat een grotere oppervlakte dan vroeger lijkt in te nemen. Tot kouder weer dan normaal leidt die sneeuw in Siberiƫ over het algemeen niet. Ook daar zie je dat het weer door de klimaatverandering steeds warmer wordt, sneeuw of geen sneeuw.

Bij ons nog geen sneeuw
In Nederland zal het nog wel even duren voordat we voor de eerste keer in het seizoen weer met sneeuw geconfronteerd worden. Op de weerkaarten van dit moment zien we dat het voorlopig nog niet zover is. Het kan natuurlijk wel in november, zelfs na een zachte periode. Veel mensen herinneren zich vast de 25e november 2005 nog wel toen het midden van Nederland compleet insneeuwde.

Bronnen: NSIDC, MeteoGroup.

Datum: maandag 4 november 2019, 09:51
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry