Winterverwachting: opnieuw een zachte winter

18/10
2019
De winter van 2020 werpt zijn eerste schaduwen vooruit en volgens de vroegste contouren van onze winterverwachting, die pas in de tweede helft van november zijn definitieve vorm krijgt, moeten we opnieuw met een zachte winter rekening houden.

Vooral voor december en delen van januari verwachten de deskundigen van World Climate Service, het bureau waarmee MeteoGroup bij het opstellen van verwachtingen voor de lange termijn samenwerkt, een relatief noordelijk gelegen westcirculatie, met de belangrijkste effecten ervan op de lijn Verenigd Koninkrijk- Scandinavië. Daar staat een actieve depressiebaan ingetekend met vaak veel regen en wind en ook de grootste temperatuurafwijkingen naar boven. Nederland komt min of meer aan de zuidrand van deze depressiebaan terecht.

Spanje en Portugal droog
Daar waar het noorden van Europa nat lijkt te worden, geldt voor het zuiden van Europa eerder het tegenovergestelde en dan met name voor Spanje en Portugal. In die omgeving wordt verregaande invloed van hogedrukgebieden verwacht. Met drogere condities dan normaal, maar ook relatief lage temperaturen. Nederland wordt aan de noordrand van dit hogedrukgebied ingetekend.

Tweede winterhelft onzekerder
Vanaf de tweede helft van januari wordt het beeld dan duidelijk onzekerder. Zo neemt de kans toe dat het hogedrukgebied boven Zuidwest-Europa zich noordwaarts uitbreidt en met zijn as ten westen van de Britse eilanden terechtkomt. Dat zou een omslag naar een veel koudere noordwestelijke stroming kunnen opleveren. Met dan vooral in de zuidelijke helft van Europa een scherpe temperatuurdaling. Ook zou het oosten van Europa met meerdere koude uitbraken te maken kunnen krijgen, gericht op de Balkan. Dit is iets wat we in de winter vaker zien.

Scandinavië toch koud?
Het zuiden van Scandinavië zou in plaats van met het verwachte zachte weer ook met koude omstandigheden te maken kunnen krijgen, als de invloed van het naderende zonnevlekkenminimum op de drukverdeling in de komende winter groter is dan nu wordt aangenomen (een kans van 20 procent). Ook een versnelde overgang van de QBO (een straalstroom hoog in de stratosfeer boven de evenaar) naar zijn oostelijke fase kan het zuiden van Scandinavië in de loop van de winter in de kou brengen (kans 15 procent). Er zijn dus ook tegenstrijdige signalen in het spel.

Weermodellen: zachte winter
Opvallend is dat de drie grote globale weermodellen (ECMWF, GFS en UKMO) op dit moment eensgezind voor de hierboven beschreven zachte winter kiezen. WCS schrijft in zijn verwachting dat een dergelijk grote eensgezindheid niet eerder is voorgekomen. Tegelijkertijd kun je, vanwege de uiterst beperkte statistische betrouwbaarheid van deze computerverwachtingen op de lange termijn, zeker niet op deze berekeningen blindvaren. Er komt veel meer bij kijken.

Andere invloeden
Zoals we in ons verhaal van gisteren al schreven, zijn andere factoren die mogelijk een grote invloed op de uiteindelijk afloop zullen hebben terug te vinden op het noordelijke deel van de Stille Oceaan (waar het zeewater op dit moment extreem warm is), de Noordelijke IJszee (die op dit moment met een recordlage ijsbedekking te kampen heeft), de Indische Oceaan (waar er een extreme tegenstelling is tussen de zeewatertemperaturen in het noorden en verder naar het zuiden) en in het zeegebied langs de evenaar tussen Zuid-Amerika en Indonesië (waar de condities de komende paar maanden nog steeds tegen een El Niño lijken aan te hangen).

NAO-index
De belangrijkste indicator van de uiteindelijke afloop in onze omgeving zal de NAO-index zijn, de index die de maat is voor de drukverdeling op ons deel van het Noordelijk Halfrond. Is die index positief, zoals voor de komende maanden nu wordt verwacht, dan krijgen we in Europa met een sterke westcirculatie te maken, gedreven door lagedrukgebieden in de buurt van IJsland en hogedrukgebieden in de buurt van de Azoren en boven Zuidwest-Europa. Is de NAO-index negatief, dan is de drukverdeling omgekeerd en maakt winterweer in onze omgeving veel meer kans.

Omslag komt maar niet
Zoals gisteren ook al aangegeven, is er met die NAO-index dit jaar iets bijzonders aan de hand. Ondanks dat al meerdere keren (op basis van bewijs dat steeds overweldigend werd genoemd) voor langere tijd (zowel in de zomer als in de herfst) een positieve fase werd verwacht, is de NAO-index in werkelijkheid sinds de tweede helft van april overwegend negatief geweest. En ook voor de komende weken wordt een aanhouden van deze negatieve fase verwacht.

Grote onzekerheid
Zolang de NAO-index de komende weken niet sterk positief wordt (en dat voor langere tijd), zal deze winterverwachting dus een grote onzekerheid in zich houden. Vooral omdat niet echt duidelijk is welke factor er op dit moment de oorzaak van is dat de NAO-index overwegend negatief blijft, ook al is er zo ontzettend veel dat op een omslag naar een langdurige positieve fase wijst. Als invloeden die tegenwerken, kunnen we wel een paar gegadigden noemen. De geringe ijsbedekking van bij voorbeeld de Karazee is er zo één, maar ook de verandering van de QBO zoals die tot nu toe daadwerkelijk al zijn beslag heeft gekregen (ook al verloopt de omslag traag en is hij nog niet klaar).

El Niño
De meest interessante onzekere is echter het gedrag van de bijna El Niño in het zeegebied tussen Peru en Indonesië. Officieel wordt in dat gebied nu van een neutrale situatie gesproken, maar het zit tegen een zwakke El Niño aan. Daarbij is eerder dit jaar, toen er nog van zo’n zwakke El Niño sprake was, al gebleken dat de aardatmosfeer op de een of andere manier erg gevoelig voor die El Niño was, Want ook al was ie zwak, de manier waarop de gevolgen ervan zich her en daar op aarde uitten deed vermoeden dat er juist van een heel sterke El Niño sprake was. In die zin kunnen de bijna neutrale omstandigheden van nu, ook de komende maanden nog sterker doorwerken dan nu gedacht. Ook dat zou kunnen bijdragen aan een langer durende negatieve fase van de NAO.

November update
In die zin is het dus nog allerminst zeker dat we ook echt een zachte winter gaan krijgen, de komende maanden. WCS geeft dat ook bij zijn inschatting van de betrouwbaarheid van de verwachting aan. Voor de eerste winterhelft is de betrouwbaarheid gering tot gemiddeld, voor de tweede helft van de verwachting wordt hoe dan ook van een lage betrouwbaarheid uitgegaan. In de tweede helft van november zullen we op dit alles terugkomen en volgt de definitieve winterverwachting.

Bronnen: WCS, MeteoGroup.

Datum: vrijdag 18 oktober 2019, 13:01
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: IJsland, Kampen, Noordelijke, Overijssel, Peru, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry