Dansen in de regen en zingen in de lift

22/08
2019
Mijn carrière in het weer is nog niet zo lang, dus ik houd me nog maar korte tijd bezig met synoptische kaarten, anticyclonale vortexen en occlusiefronten. Maar mijn fascinatie voor het weer werd al vroeg geboren, om niet te zeggen met de paplepel ingegoten. Een vader die jarenlang ‘in het weer’ heeft gewerkt, hielp daar natuurlijk bij.

Hoe zwaarder het tekeer ging, hoe sneller mijn vader ons in onze regenpakjes hees en mee naar buiten nam. Bij regen gingen we slakken zoeken voor de kippen, bij storm wandelden we door het bos tussen het onheilspellend gekraak van vallende takken. En als de Lek weer eens buiten zijn oevers trad stonden we met onze neus vooraan.

We gingen natuurlijk ook even kijken naar de zee van ijsschotsen in de Lek toen die ergens in de jaren ’90 helemaal dichtgevroren was, en naar de horde mensen die klimmend en klauterend de oversteek maakte, soms met kinderwagens en al. En toen er op de straten geschaatst kon worden grepen we natuurlijk ook onze kans.

Maar we hebben het in deze zomerserie over deze eeuw, en zo rond het jaar 2000 was mijn kindertijd echt wel voorbij. Gelukkig bleek het weervirus van chronische aard te zijn. Jaren later sta ik nog steeds te juichen bij een vette onweersbui (met de ramen open). Ooit zette ik mijn auto stil op de vluchtstrook van de A6, omdat ik een foto MOEST maken van een fantastische mammatuslucht. En over een recent stormavontuur – ook al met mijn vader – schreef ik eerder dit jaar al een verhaal.

De drie volgende herinneringen zijn vooral speciaal vanwege de activiteit die eromheen plaatsvond. Dat is het hem nou juist: bijzonder weer kan de meest banale situatie omtoveren tot een euforische, avontuurlijke of angstige toestand.

Zwart ijs

In de winter van 2013 was het weer eens koud genoeg om te schaatsen op natuurijs. Min of meer toevallig kon ik me aansluiten bij drie vrienden die de volgende ochtend, zondag 20 januari, zouden gaan schaatsen. Dat was lang geleden voor mij en ik had allang geen passende schaatsen meer. Een van de vrienden kon wel een paar noren regelen. “Neem maar een paar extra sokken mee”, zei ze.
De volgende dag reden we eerst maar eens naar Loosdrecht. We kwamen bij een plas waar een smal spoortje sneeuwvrij gemaakt was en waarop vooral kleine kinderen heen en weer schuifelden. Dit was niks voor ons. We reden verder en kwamen via een smal weggetje bij het Eemmeer terecht. Dat was andere koek. Tussen de hopen stuifsneeuw door was het ijs pikzwart, er was bijna niemand. Mijn leenschaatsen bleken minstens drie maten te groot, maar ja. “Hier, ijspriemen,” zei een van de vrienden en hing een werktuig om mijn nek dat ik nog nooit had gezien. Toen ik hoorde dat dit handig was om jezelf uit een wak te trekken, begon ik al wat ongerust te worden.

We begonnen langs de rand. De sneeuw vloog ons om de oren, het leek steeds harder te gaan waaien, en de bewolking hing zo laag dat we vrijwel niets zagen, alleen maar grijs. En het was natuurlijk koud. Het bleef de hele dag ruim onder nul, en de gevoelstemperatuur lag zo’n beetje op –12 graden.

Langzaam kregen mijn vrienden meer vertrouwen in de ijsvloer. Ik niet. Met wind mee gingen we keihard, met wind tegen kwamen we amper vooruit. Inmiddels kwamen we allang niemand meer tegen, wat ook niet echt vertrouwen gaf. Het ijs kraakte en barstte als een malle. “Dat hoort,” verzekerden ze me. Mijn natuurijservaring beperkte zich tot ondiepe woonwijkslootjes waar het allemaal niet zo’n ramp was als er wat mis ging. Dit koude, duistere meer dwong toch wat meer respect af.

Toen de scheuren steeds dichterbij in het ijs sprongen, vond ik het echt een beetje eng worden. Diverse doemscenario’s schoten al door mijn hoofd. Misschien moesten we niet zo dicht bij elkaar schaatsen, misschien moesten we maar eens terug, en hebben jullie het ook zo koud? Tegelijkertijd vond ik het ook fantastisch dat ik hier stond, met m’n skibril en m’n ijspriemen en m’n veel te grote schaatsen, in de sneeuw op een dichtgevroren meer. Dus ik weigerde om het eng te vinden. We zijn niet gek, het komt best goed.

En dat kwam het ook. Toen ik weer op de wal stond had ik het gevoel dat ik aan een wisse dood was ontsnapt en de euforie sloeg toe. We hadden het allemaal ijskoud, we zaten onder de sneeuw, maar dit avontuur was het meer dan waard. We hebben het er nu nog steeds over.

IJzige storm in de Alpen

Voor mijn tweede avontuur maken we even een uitstapje naar het buitenland. Naar de Alpen, Les Trois Vallées om precies te zijn, in 2012. En het was er die week heel, heel koud. De temperatuur lag zo’n beetje op 20 graden onder nul. Dat was al een hele aparte ervaring: zodra je de deur uitstapte en inademde, voelde je het snot in je neus al meteen bevriezen. Met een zonnetje erbij is dat geen probleem: warm aankleden, vaseline smeren en gaan met die banaan. Maar toen het weer omsloeg, was het een heel ander verhaal.

Op één van de dagen begon het ineens te betrekken. Binnen no time was het helemaal grijs en mistig geworden, en even later begon het te sneeuwen. (Vreemd genoeg is sneeuw niet wat je wil tijdens een skivakantie.) Maar het ergst was de wind. We besloten maar richting huis te gaan, want dit was echt niet leuk meer, met ook nog eens die kou erbij. Maar we moesten wel in een ander dal zijn.

Ondertussen ging het harder en harder waaien en sneeuwen, maar we konden niet anders dan in de stoeltjeslift stappen. Het zou waarschijnlijk niet lang meer duren voor ze deze lift stil zouden zetten. Compleet ineengedoken lieten we ons omhoog takelen. Het ging tergend langzaam en we voelden de snijdende kou tot op onze botten. Om de moed erin te houden begonnen we maar te zingen. Daar krijg je het ook warm van (tip!). Zo hard als we konden werkten we ons hele repertoire aan avondvierdaagseliedjes af, iets beters konden we niet verzinnen. Het werkte aanstekelijk, want vanuit de andere stoeltjes begonnen in de verte ook steeds meer liederen te klinken in diverse talen.

Zo rond de twaalfde keer “Ik heb geen bananen vandaag” waren we eindelijk boven. Aan de andere kant van de berg moesten we naar beneden. En daar was het allemaal nog veel erger. Het waaide ontzettend hard en je zag bijna geen hand voor ogen door de rondvliegende sneeuw. We schreeuwden naar elkaar dat we hier zo snel mogelijk moesten wegwezen, maar we konden elkaar amper verstaan. We hadden wind tegen, en het was daardoor zelfs op deze rode helling een uitdaging om je naar beneden te laten glijden. Het ging met horten en stoten, we gingen allemaal wel een keer onderuit, maar uiteindelijk kwam iedereen heelhuids beneden. En de vin chaud smaakte wel héél erg goed die middag.

Dansen in de regen

Terug naar Nederland. Ergens in juli 2013 was het heel erg warm, het liep tot dik in de dertig. We hadden toen nog helemaal niet zo veel ervaring met dit soort extreme hitte, en in die tijd (6 jaar geleden!) vonden we 33 graden al heel extreem.

Mijn appartementje, midden in de stad, onder een plat dak met de hele dag de zon erop, is niet bepaald the place to be met deze temperaturen. De hittegolf duurde al even, er was geen ontkomen aan. Net als al mijn buren zat ik al dagenlang gaar te stoven in mijn huis.

Maar het einde van de hittegolf naderde, en op een dag was ie eindelijk daar, in de vorm van een gigantische, verlossende hoosbui. In één klap begon het keihard te plenzen.

Ik móest naar buiten. Ik liep de straat op en gaf me dankbaar over aan de dikke vette regendruppels. En tot mijn verbazing kwamen nog veel meer mensen naar buiten. Iedereen snelde zijn huis uit om in de regen te staan. De omgekeerde wereld. Iedereen keek blij. Eerst stond men nog wat beschroomd op de stoep, maar al snel werd de sfeer uitgelatener.

Even later renden steeds meer mensen door de plassen die al snel begonnen te ontstaan. De jongens van het studentenhuis naast mij stonden in hun zwembroek onder de regenpijp waar in dikke straal verkoelend water uit stortte. Binnen had iemand er een tropische plaat bij opgezet die door de hele straat klonk en het sfeertje was compleet. Kinderen verzamelden zich langs de allergrootste plassen, waar voorbijrijdende auto’s een waterpretpark voor ze creëerden.

Het spontane straatfeest duurde maar heel kort. Maar ik heb nog nooit zo veel feestvreugde voor een regenbui gezien.

Bron: MeteoGroup

Datum: donderdag 22 augustus 2019, 12:37
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: Buren, Gelderland, Groningen, Leek

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry