De AVG, het einde van het portretrecht – maar niet helemaal

14/06
2019
Het portretrecht bestaat niet meer, roep ik bij tijd en wijle. Wat dan gevolgd wordt door mensen die zeggen, hoezo, dat staat toch gewoon in de Auteurswet nog steeds? En dat doet het natuurlijk. Al zo ongeveer sinds de Auteurswet zijn er regels over hoe om te gaan met de rechten van geportretteerden, en die regels zijn niet herzien of afgeschaft met de invoering van de AVG (of de uitvoeringswet). Toch staat het portretrecht op zijn zachtst gezegd op losse schroeven door de AVG, omdat dat nu eenmaal de Europese spelregels zijn.

Het portretrecht staat eigenlijk per toeval in de Auteurswet. Het is natuurlijk een vorm van privacyrecht, grip hebben op je portret. Maar omdat dat recht nu eenmaal ingezet moest worden tegen fotografen, en fotografen vooral leven van de Auteurswet (en er niet echt een meer logische plek was in het wetboek) kwam dat recht in de Auteurswet terecht. Het valt uiteen in twee delen: een fotograaf/rechthebbende mag een portretfoto niet zomaar exploiteren, en een geportretteerde mag zelf kopietjes maken van zijn portret.

Het portretrecht tegen de fotograaf is het bekendste. Als iemand herkenbaar op de foto staat, mag de fotograaf niet zonder belangenafweging die foto exploiteren. En als de geportretteerde opdracht gaf tot de foto, dan is zelfs altijd toestemming nodig, ongeacht hoe de belangenafweging uitgepakt zou hebben.

En dat is dus een probleem onder de AVG, want die kent naast toestemming nog vijf grondslagen, vijf redenen om iemands persoonsgegevens te verwerken. En een publicatie doen van een portret is een verwerking van persoonsgegevens. Daarmee zegt ons portretrecht dus iets over persoonsgegevens, maar wel iets anders dan wat de AVG zegt. En da mag nie, zoals dat dan heet. Algemene Europese regels zeggen dat als er een Europese wet over een onderwerp is, lidstaten geen eigen regels over datzelfde onderwerp mogen maken tenzij die Europese wet zegt van wel. En dat doet de AVG niet.

Voor het portretrecht anders dan in opdracht maakt het weinig uit. De belangenafweging onder artikel 6 lid 1 sub f AVG komt op hetzelfde neer als de klassieke afweging van belangen onder het portretrecht, je moet alleen andere terminologie gebruiken. Maar het portretrecht in opdracht (alleen gebruiken met toestemming) bestaat volgens mij echt niet meer, de AVG staat eenvoudigweg niet toe dat je mensen een beroep op de grondslag eigen belang ontzegt.

En om het dan nog ingewikkelder te maken, het portretrecht bestaat nog wél voor situaties waarin het gaat om andersoortige belangen dan puur je privacy. Er bestaat namelijk ook zoiets als het commercieel portretrecht en het verzilverbare portretrecht. Het commercieel portretrecht is het specifieke recht niet geassocieerd te worden met andermans reclame (het Discodanser-arrest), en het verzilverbare portretrecht gaat over je gezicht als BN’er te gelde te kunnen maken (het Cruijff/Tirion-arrest).

Het commercieel portretrecht is denk ik opgegaan in de belangenafweging onder de AVG; je moet een héél sterk verhaal hebben waarom je ongevraagd iemand in je reclame mag opnemen. Maar het zuiver verzilverbare portretrecht (ik ben Max Verstappen en ik wil niet als personage in de Picnic-reclame) staat denk ik los van de AVG omdat het puur gaat om een commercieel belang, los van privacyoverwegingen.

Arnoud

Het bericht De AVG, het einde van het portretrecht – maar niet helemaal verscheen eerst op Ius Mentis.

Datum: vrijdag 14 juni 2019, 08:15
Bron: Iusmentis Blog
Categorie: Internet en ICT

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry