Dat waren de koudepunten van de winter van 2018-2019

01/04
2019
Al erg lang houden de collega's van het KNMI het zogeheten Hellmanngetal - naar de Duitse meteoroloog Gustav Hellmann - of koudegetal bij. Ik zeg altijd koudepunten. Het gaat hier om de hoeveelheid kou in de periode 1 november tot en met 31 maart uitgedrukt in de som van etmaalgemiddelde temperaturen onder het vriespunt, met weglating van het minteken. Dus een etmaal met een gemiddelde temperatuur van -1 graad levert 1 koudepunt op, maar bijvoorbeeld een gemiddelde van 1 graad boven nul betekent 0 punten.

Zeer zachte winter van 2018-2019
Nog altijd wordt de volgende classificatie voor de strengheid van een winter gehanteerd: bij een koudegetal van meer dan 300 (punten) is de winter streng. Bij meer dan 160 'koudepunten' is de winter zeer koud, bij een Hellmann van meer dan 100 is het seizoen koud, minder dan 100 punten staat voor een normale winter, minder dan 40 is een zachte winter, lager dan 20 punten betekent een zeer zachte winter en bij een koudegetal van minder dan 10 punten is het seizoen buitengewoon zacht. De winter van 2018-2019 valt in de categorie zeer zacht met in De Bilt een totaalscore van niet meer dan 12,1 (punten). Vorig jaar was het getal hoger: 34,1 (punten), in 2017 was de score 36,0. In 2016 was het getal 9,6 en in 2015 slechts 7,8 (punten). Maar de winter van 2013-2014 maakte het helemaal bont. Dit seizoen had slechts... 0,0 koudepunten in De Bilt. De enige winter in de ranglijst met zo'n lage score. Met kop en schouders steekt 1947 er uit: 348,3 was toen het Hellmann-getal over de periode 1 november 1946 tot en met 31 maart 1947. Uiteraard kun je het koudegetal ook op de andere weerstations van het KNMI toepassen, maar deze uitkomsten laten we hier buiten beschouwing.

Warmtepunten? Nee, nog (lang) niet....
Met de officiële start van het groeiseizoen vandaag, kunnen we ook weer uitkijken naar voorjaarswarmte. Ook de score qua warmte kun je trouwens in een warmtegetal tot uitdrukking brengen. En dit gebeurt ook officieel, van 1 mei tot en met 30 september. Er zijn verschillende manieren om de hoeveelheid warmte van een (zomer)seizoen te bepalen. Het zomergetal van diezelfde Hellmann is een van de bekendste. Hiertoe worden alle gemiddelde etmaaltemperaturen, voor zover deze boven 18,0 graden liggen, van 1 mei tot en met 30 september, bij elkaar opgeteld, dat wil zeggen dat deel dat boven die 18,0 graden ligt. Zo scoort een dag van 19,5 graden gemiddeld dus anderhalve punt, een dag van 20,0 graden twéé punten en alle dagen van 18,0 graden of koeler, nul punten.

Frisse aprildagen op komst
Nou, voor we hier aan toe zijn....Na morgen, dinsdag, gaan we er zelfs op achteruit. Vandaag en morgen wordt het gemiddeld over het land een graad of 14. Op woensdag en donderdag rond 10 of 11 graden. De dagen hierna lijken we weer voorzichtig op te warmen. Althans, overdag. Als het helder is, kan het in de nachten nog nipt vriezen. Afgelopen nacht gebeurde dat in het noorden, noordoosten en oosten met inbegrip van Flevoland. Nieuw Beerta had een minimum van -3,0 graden. Op 10 centimeter was er op meer plaatsen sprake van lichte vorst. Tot in Wijk aan Zee bijvoorbeeld.

Natte periode?
Het zonnige weer van vandaag hebben we dankzij de invloed van een hogedrukgebied met kern bij Polen. Dit leidt tot oostnoordoostenwind met aanvoer van droge en frisse lucht, maar de aprilzon warmt de boel nog aardig op. Maar een depressie bij IJsland gaat zich weldra met ons bemoeien. Het schuift snel naar het Noordzeegebied. En zijn frontaal systeem trekt morgen van zuidwest naar noordoost over Nederland en levert naar verwachting enkele buien op, met lokaal een klap onweer, vooral in de middag. Omdat het om buien gaat, dus lokale verschillen, zijn regenwaterhoeveelheden tussen pakweg 2 en 20 millimeter geen gekke waarden. In het noordoosten en noorden kan het in de ochtend nog droog blijven met misschien nog even veel ruimte voor de zon.

Woensdag zijn ook nog (verspreide) buien mogelijk, vooral in het westelijk deel van het land, waarbij de bovenlucht flink is afgekoeld en dat merken we tot op de grond; middagtemperaturen rond 10 graden dus. Deze depressie met vrieskou op hoogte trekt later deze week langzaam weg en neemt in betekenis af. Aan de andere kant kan juist een lagedrukgebied vanuit het oosten dichterbij gaan komen, hiermee is een geheel droge periode vanaf donderdag vrij lastig te realiseren. Maar de kans op regen wordt dan wel kleiner, wat je ook in de regenpluim terugziet. Zie afbeelding.

Datum: maandag 1 april 2019, 13:14
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: De Bilt, Flevoland, IJsland, Polen, Utrecht

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry