Wordt het krabben of niet?

11/12
2018
Hoe zeer je je ook verheugt op de winter en alles wat er bij hoort; een typisch winterklusje als het krabben van autoruiten, dat doet niemand voor de lol.

IJs op een autoruit heeft in principe slechts met twee dingen te maken: de vochtigheid van de lucht en de temperatuur (van de ruit).

Waar komt dat ijs vandaan?
Lucht bevat vocht. Hoe kouder de lucht, hoe minder vocht het kan bevatten en hoe sneller het dus verzadigd is. Als verzadigde lucht nog verder afkoelt, dan gaat het water condenseren: er vormen zich kleine druppeltjes. Dat is ook hoe mist ontstaat.

Die waterdruppeltjes hechten zich aan het koudste oppervlak dat ze kunnen vinden – zoals een autoruit, die vaak sneller afkoelt dan de lucht. Als die ruit koud genoeg is, ontstaat een ijslaagje. Dus ook als de luchttemperatuur boven nul is, kan er een ijslaagje ontstaan. Als de temperatuur van de ruit maar onder nul is.

Het lijkt een simpele formule, maar de werkelijkheid is wat weerbarstiger. Niet iedereen is voortdurend op de hoogte van de luchtvochtigheid of de dauwpuntstemperatuur, en bovendien spelen nog meer factoren mee.

Hoe vochtig is de lucht?
De richting van waaruit de lucht uiteindelijk naar jouw auto komt, kan iets zeggen over de vochtigheid ervan. In Nederland geldt in het algemeen dat een westelijke stroming (vanaf zee) vochtigere lucht meebrengt dan een oostelijke (over land).

Dat geldt ook veel plaatselijker. Staat je auto bijvoorbeeld naast een sloot of een gracht, dan is er meer vocht in de buurt. Of heeft het veel geregend? Ook dat betekent meer aanwezig vocht.

Hoe koud wordt de ruit?
Het is ook de vraag hoe zeer de autoruiten kunnen afkoelen. Bij een heldere hemel is de uitstraling het grootst (er verdwijnt meer warmte). Daarbij: hoe horizontaler de ruit, hoe meer uitstraling en dus afkoeling. Daarom is de voorruit vaak als eerste, en het meest, aangevroren.

Ook de wind speelt mee. Als het waait, wordt de lucht wat meer vermengd en koelt minder af, dus is er minder kans dat er een ijslaagje ontstaat. Overigens is er in Nederland bij vorst meestal niet zo veel wind.

Dan zijn er nog talloze omgevingsfactoren die invloed hebben op het wel-of-niet krabben. Sta je naast een muur, of onder een dak? Dat soort oppervlakken houden afkoeling tegen, dus zal er minder snel ijs vormen. Ook een flinke boom kan dat effect hebben. Als je het krabben wil omzeilen, parkeer dan zo beschut mogelijk.

Later in de winter is er meestal minder kans op ijsruiten dan in deze tijd, aan het begin. Later is de lucht vaak wat droger. Hoe kouder het wordt, hoe kleiner de kans op ijzige ruiten. In extreem koude gebieden, zoals op Antartica, bevat de lucht zo weinig vocht dat het er bijvoorbeeld maar zelden sneeuwt. Daar zullen ze dus ook weinig last hebben van ijzige autoruiten...

Bron: MeteoGroup

Datum: dinsdag 11 december 2018, 12:17
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry