Snel afwateren versus vast houden

31/10
2018
Er is tijdens het etmaal van gisteren flink wat regenwater gevallen, tot lokaal meer dan 30 millimeter. Een druppel op de gloeiende plaat is te weinig eer, maar we weten inmiddels dat er veel meer neerslag nodig is om de waterstanden en grondwaterstanden weer op peil te brengen. Grote neerslagsommen blijven voorlopig echter uit zicht. Daar waar ons land vanuit het verleden vooral heeft ingezet op snelle en veilige afwatering, krijgen we nu steeds beter in zicht dat ook het bufferen van water van belang is. Je moet op beide scenario’s, nat en droog, zijn voorbereid.

We horen ondertussen steeds meer over de erfenis van de afgelopen hete en droge zomer. Over de tegenvallende oogsten van aardappels, suikerbieten en vooral uien (44 procent minder dan andere jaren). En over de grondwaterstand, die zo laag is dat het misschien wel een jaar moet regenen voordat de tekorten zijn aangevuld. Hoe wrang is het dat we als delta toch ook last van droogte kunnen hebben? Terwijl ons land van oorsprong niet veel meer was dan zompig moeras.

Niet ineens op de agenda
Verdroging is niet een nieuw thema. Veranderend landgebruik en de enorme druk van steeds meer inwoners op een beperkt gebied zijn daar debet aan. We hebben droge voeten nodig. De bij-effecten van die droge voeten worden ook al decennia gemeld. Al in de jaren 70 vielen er prachtige vennetjes in Brabant droog, om nooit meer een waterpartijtje te worden. De laatste hoogveengebieden zijn -omringd door landbouw- dusdanig ontwaterd dat alleen met man en macht nog enclaves van natte natuur zijn te bewonderen. Ga bijvoorbeeld eens kijken in het Drentse Bargerveen of het Achterhoekse Korenburger- en Vragenderveen. Het Vragenderveen heeft zelfs een lange damwand om regenwater zo lang mogelijk in het veen te kunnen houden.

Verdroging heeft te maken met afwatering, bebouwing en kanalisering. Het rechttrekken van beken is in de jaren 90 wel deels afgeschaft en op meerdere plekken teruggedraaid. Het bleek dat water te snel uit een gebied verdween en ook dat de natuur veranderde. In het grote project van Rijkswaterstaat, Ruimte voor de Rivier, gaat het naast afwatering óók om het vasthouden van water. Al zal de afwatering in de meeste gevallen bovenliggend zijn. Niet vreemd, het gevaar van klotsende watermassa’s kennen we als land maar al te goed.

Maar nu bevinden we ons in een langdurige droge episode. De grondwaterstanden zijn fors gedaald en de rivieren voeren veel minder water aan dan anders. De grote vraag is: wat kunnen we aan neerslag verwachten?

Wat volgt op een lange droge zomer?
Het is niet de eerste keer dat we in Nederland uit een zeer droog zomerhalfjaar komen. Het jaar 1976, vergelijkbaar droog als dit jaar, is nog steeds een goed ijkpunt. Toen werd de hete en vrijwel neerslagloze zomer gevolgd door een zachte en natte winter. Na andere droge jaren, als 1921, 1959 en 1997, bleef het echter ook in de eropvolgende winter aan de droge kant. Daar waar de gebeurtenissen in 1976 uitzicht bieden op een verzachting van de droogte, doen andere jaren dat dus niet. Je kunt sowieso niet voor specifieke weerpatronen voorzien in hoeverre ze gevolgd worden door een bepaald type winter. Het blijft wat dat betreft afwachten en bovenal de grootschalige ontwikkelingen op de voet volgen. Je kunt namelijk wel signalen aflezen uit alle ontwikkelingen die plaats vinden.

De eerste voortekenen voor de komende winter wijzen op een gemengd beeld. Het zou zomaar een herhaling van de afgelopen winter kunnen worden, met in december en januari een wisselvallig weerbeeld en vaak hogere temperaturen dan normaal, maar tegen het einde in februari dan toch de overgang naar een meer winterse periode.

Voor de kortere termijn lijkt het nog enige tijd vrij droog te blijven met eerst hoge temperaturen voor de tijd van het jaar. Later in de periode dan wat afkoelend, zonder dat het weerbeeld omslaat. Er zijn momenteel sterkte signalen dat tijdens de laatste twee weken van november een hogedrukgebied zich nestelt boven Scandinavië en er bij ons een oostelijke wind opsteekt. Lagedrukgebieden zijn dan (weer, of nog steeds) actief boven het Middellandse Zeegebied, met daar veel neerslag. Kortom, voor de komende vier weken wordt nog weinig substantieels aan neerslag verwacht in het brongebied van onze rivieren én in eigen land zelf.

Meer plek voor waterbuffers
De tweede vraag die oppopt is hoe we in het vervolg een langdurige droge periode het hoofd kunnen bieden. Dit heeft te maken met retentiebekkens, met stuwen, met wadi’s en een uitgekiend sproeibeleid voor de landbouw. Maar ook met dijken die stevig dienen te blijven in tijden van droogte. Uiteraard zijn er ook vele botsende belangen. Meer stuwen betekent een langere wachttijd voor schippers. En een hogere grondwaterstand in het westen, wie weet een optie aan het begin van de zomer, kan voor agrariërs en inwoners weer heel vervelend uitpakken. Zeker als er een gewone Hollandse zomer met vele buien volgt.

Dat we met zovelen dit land gebruiken, maakt het extra ingewikkeld. Net zoals de tendens van langduriger ‘vastzittende’ weerregimes het lastig maakt. Het betekent dat je je zowel tegen langdurig natte als langdurig droge perioden zult moeten wapenen. De vraag is hoe flexibel je kunt zijn als delta.

Bron: MeteoGroup

Datum: woensdag 31 oktober 2018, 12:48
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry