Temperatuurgekrakeel

31/07
2018
We beleven een memorabele julimaand, die vandaag (dinsdag) wordt beëindigd. Enkele records zijn daarbij aan het wankelen gebracht, of zijn zelfs gesneuveld. We sommen ze op. Maar daarnaast barstte er ook gekrakeel op in meteoland, voor wat betreft de gemeten temperaturen. Hierbij moesten vooral de meetposten De Bilt, Ell en Arcen het ontgelden. Het ‘waarom’ van dit gekrakeel, zal het leeuwendeel van dit verhaaltje in beslag nemen.

Een warme tot hete julimaand

De zomer van 2018 heeft het in zich om een hele grote te worden. Al vanaf april hebben we warme-, zomerse-, en tropische dagen beleefd, al was het met veelal noordelijke winden, in de noordelijke helft van het land veelal een stuk minder zomers dan in het zuiden.

Maar deze juli, kwam dat allemaal goed. Ook een station als Den Helder kon tien zomerse dagen noteren met een maximum van tenminste 25,0 graden en op slechts twee julidagen bleef de maximumtemperatuur onder 20 graden. In Eelde bleef de maximumtemperatuur na 14 juli maar op één dag (de 18e) iets onder 25 graden en er werden maar liefst vijf tropische dagen genoteerd. In de zuidoostelijke helft van het land verliep de maand nog warmer, we komen daar zo nog op terug.
Op veel plaatsen is er maar één julimaand geweest die nog warmer verliep dan deze maand en dat is juli 2006. In De Bilt waren juli 2006 en 1994 met respectievelijk 22,3 en 21,4 graden nog warmer dan deze maand, die op bijna 21 graden gemiddeld gaat uitkomen.

26 en 27 juli (bijna) recordwarm

Op deze twee dagen bereikte de hitte een hoogtepunt. Het ‘all time record’ van De Bilt, dat overigens met 35,7 graden niet buitengewoon scherp staat, werd toch niet verbroken, maar geëvenaard. Die records sneuvelden elders soms wel. Vlissingen mat op de 27e een ongelofelijke 36,8 graden, een verbetering van het oude record met 1,3 graden. Overigens werd op die dag in zowel Westdorpe als in Arcen 38,1 graden bereikt en een dag daarvoor was het in Arcen zelfs 38,2 graden. Het Nederlandse record van 38,6 graden, gemeten op 23 augustus 1944 in Warnsveld, blijft dus in de boeken staan.

Ook record hoog waren hier en daar de minimumtemperaturen die werden gemeten. Zelfs op diverse officiële meetposten was er sprake van een zogenaamde ‘tropennacht’ met een minimumtemperatuur van boven 19,9 graden. Dat is zeer zeldzaam in ons land, omdat het op die meetposten meestal sterker afkoelt dan in dorp en stad, alwaar de warmte meer blijft hangen. Met 22,4 graden (en niet 23,6 graden, zoals in diverse media viel te lezen) boekte De Bilt een absoluut record, maar ook de 24,4 graden in Deelen mag niet onvermeld blijven.

Zeer droog en record zonnig

Zeer lokaal zijn er deze maand in den lande een paar flinke buien gevallen, zelfs wolkbreuken met wateroverlast, maar verreweg de meeste plaatsen hebben niet meer dan een paar lichte buitjes ontvangen. Zo zijn er heel wat gebieden die slechts rond 5 mm als maandsom konden meten, of zelfs nog minder! Zo viel er bijvoorbeeld op mijn eigen meetpost in Bennekom slechts 2,5 mm en daarmee is deze juli de op één na droogste maand in mijn meetreeks sinds november 1987, achter april 2007 die met 0,1 mm de allerdroogste is.

Het was ook uitermate zonnig. Sterker nog, met vandaag nog te gaan, heeft De Bilt al 331,4 zonuren geregistreerd. Daarmee is het niet alleen de zonnigste juli ooit, maar zelfs de zonnigste maand ooit, want dat was tot gisteren mei 1989 met 331,0 zonuren. En hiermee sluiten we de bespreking van de records af, maar was er in meteoland genoeg reden voor discussie, of zelfs gekrakeel, over de temperatuur. Het ging hier om twee zaken:

Temperatuurgekrakeel 1: einde landelijke hittegolf?

De definitie is duidelijk en gemakkelijk toepasbaar. Er is sprake van een landelijke hittegolf als er in De Bilt een reeks is van vijf of meer zomerse dagen op rij (maximum 25,0 graden of hoger), waarvan er minstens drie tropisch moeten zijn, met een maximumtemperatuur van 30,0 graden of hoger. Het idee hierachter is, dat zodra in De Bilt aan deze voorwaarden is voldaan, dat meteen ook voor een groot deel van het land geldt. Uiteraard is het in het zuiden, oosten en zuidoosten van het land geregeld nog wat warmer en hittegolven komen daar dan ook vaker voor, of een hittegolf duurt daar langer dan in De Bilt.

Het omgekeerde geldt uiteraard voor het noorden en noordwesten van het land. Met name op de Waddeneilanden zijn hittegolven uiterst zeldzaam, áls ze daar überhaupt al voorkomen, maar eigenlijk is het ondoenlijk om bijvoorbeeld drie verschillende definities te hanteren voor bijvoorbeeld Vlieland, Utrecht en Midden-Limburg.

Het gekrakeel ontstond echter vanwege een klein dipje in het zomerweer dat afgelopen zaterdag plaatsvond. De extreme hitte werd verdreven, er vielen ook een paar buien en in plaats van snikheet, werd het meer doorsnee zomers warm. Zodoende is er sprake van een erg lange hittegolf. In Eindhoven bijvoorbeeld, duurt deze al vanaf 12 juli, heeft al zeven tropische dagen opgeleverd en lijkt aldus uit te groeien tot (een van de) langste hittegolven ooit. En eigenlijk geldt dat voor heel veel plekken in het binnenland. Ook op mijn eigen meetpost in Bennekom is de huidige hittegolf vandaag zijn twintigste dag ingegaan.

In De Bilt werd deze hittegolf afgelopen zaterdag echter wreed onderbroken, omdat het maximum op die dag bij 24,2 graden bleef steken. Het was een gevalletje pech… twee buien, die op een ongelukkig tijdstip overdag vielen, deden het steeds zo ver afkoelen, dat het tussen deze buien in, niet opwarmde tot minstens 25,0 graden.

Een vreemd etmaal

Maar… de minimum- en maximumtemperatuur wordt over het hele etmaal bepaald! Nu was het zo dat na de snikhete 27e juli, de temperaturen op de 28e, tussen 0 en 1 uur ’s nachts, nog steeds boven 25 graden lag. De Bilt heeft echter de afspraak dat we volgens GMT of UT-tijden meten, en daar lopen we, met de zomertijd nu eenmaal twee uur op voor. Er wordt dus een ‘etmaal’ van 2 tot 2 uur gehanteerd. Dat wekt terecht bevreemding, te meer omdat dit in de winter, met de wintertijd opeens 1 tot 1 uur wordt. Waarom niet gewoon het etmaal gehanteerd, zoals dat voor iedereen geldt? Dat dit internationaal zo is afgesproken, is een zwak argument. Hanteert men zo in Moskou, waar het twee uur later is dan hier, een etmaal van 4 tot 4 uur, of in China een etmaal van 9 tot 9 uur, of omgekeerd, in Los Angeles een etmaal van 17 tot 17 uur? Dan wordt het qua minimum- en maximumtemperatuur helemaal een rommeltje. Voor mijn eigen station hanteer ik met behulp van het Netatmo weerstation gewoon het 0-0 uur etmaal, zoals voor iedere Nederlander het nieuwe etmaal om middernacht wisselt. We beginnen per slot van rekening ook om 12 uur in de nacht nieuwjaar te vieren, en niet om één uur ’s nachts, omdat het dan in Londen pas middernacht is… Maar op deze alternatieve manier krijgt De Bilt misschien wel twee kortere hittegolven, in plaats van één lange, wie weet… Hoe dan ook, de discussie hierover, is dus wel te begrijpen.

Gekrakeel 2: de temperaturen gemeten in Ell en Arcen.

De officiële weerstations die in het beheer staan van het KNMI, staan op representatieve plekken opgesteld en worden zo geacht betrouwbare temperaturen, representatief van hun omgeving, te meten. Uiteraard kunnen veranderingen in de omgeving ertoe leiden dat die metingen op een ongewenste manier worden beïnvloed. Zo heeft men in De Bilt zelf een aantal jaren geleden de thermometerhut al 200 meter verplaatst, omdat de geregistreerde temperaturen op de oude plek niet (meer) optimaal voldeden. Over die twee woorden ‘niet optimaal’ zou men ook een hele discussie kunnen beginnen, maar dat gaan we hier en nu niet doen. De achterliggende gedachte is echter dat de metingen zo betrouwbaar mogelijk dienen te zijn, een lofwaardig streven.

Toch kunnen er kinken in de kabel komen. Zo viel het dit voorjaar op, dat op sommige dagen de meetpost in Lelystad wel tot erg hoge maximumtemperaturen kwam, en dat werd wellicht veroorzaakt omdat men nabij het weerstation bezig was met het aanleggen / verbouwen van het vliegveld, waardoor daar tijdelijk een zandvlakte en een bouwput was verschenen. Het is duidelijk dat dit stuk grond op een andere manier afkoelde en opwarmde, ten opzichte van de ‘oude’ situatie.
Leggen we nu ons brandpunt op de hete 26e en 27e juli en blikken we naar het zuidoosten, dan valt het op dat Arcen op beide dagen met 38,2 en 38,1 graden verreweg het warmste station was, één tot twéé graden warmer dan de andere stations in die omgeving. Wel is te zien dat alle plaatsen op beide dagen ongeveer dezelfde maximumtemperatuur hadden, met niet meer dan 0,4 graden verschil.

De ‘sproeiers’ bij Ell

De uitzondering is Ell. Daar was 27 juli met een maximum van 34,5 graden, 1,7 minder heet dan de dag daarvoor. Dat kan ‘toevallig’ zo gebeuren, maar feit is wel dat deze dag het veld naast het weerstation met waterkanonnen werd besproeid, iets wat de dag daarvoor níet gebeurde. Dat water een verkoelend effect heeft, hoeft geen betoog. Ook hier zien we dat een tijdelijke verandering in de onmiddellijke omgeving van het weerstation, meteen zijn effect heeft.

De vrachtwagen bij Arcen

De bovengenoemde veranderingen zijn misschien vervelend, maar wellicht te accepteren, omdat ze niet tot doel hadden de temperaturen te beïnvloeden. Daar waar zo’n verandering dit wél beoogt, is er echter sprake van bedrog. En het lijkt erop dat dit bij Arcen is gebeurd.
Arcen is een van de warmste plekjes van het land, en alleen daarom al is het goed dat er op die plek een officieel weerstation is gevestigd. Ik ben een paar jaar geleden zelf bij dat weerstation geweest en het is goed gelegen, min of meer in ‘representatieve’ natuur en niet zeer dichtbij (vakantie)huizen. Ook bij journalisten is bekend dat Arcen één van de warmste meetposten van het land is, en, omdat het daar op 26 juli al 38,2 graden was geworden, wilde men op die snikhete 27e juli daar wel getuige zijn van mogelijk een nieuw Nederlands warmterecord, of tenminste van de hoogste temperatuur van deze eeuw. Maar tot zijn verbazing zag verslaggever Sam Hagens van ‘Hart van Nederland’ op het weggetje dat pal langs het weerstation loopt, een vrachtwagen stond geparkeerd, zie hier. Deze stond maar een paar meter van de beide temperatuursensoren vandaan. Desgevraagd verklaarde de chauffeur van de vrachtwagen dat hij hier moest parkeren om zo voor het weerstation de wind te breken, waardoor het ter plekke wellicht nog een tikje verder zou kunnen opwarmen. Sterker nog, de zonnestralen vallen op de lichte zijkant van de vrachtwagen, waardoor er zo wat extra straling naar het meetveld wordt weerkaatst.

Deze vorm van doelbewuste beïnvloeding van een temperatuurmeting is dus niets minder dan fraude, een die overigens niet in zijn opzet slaagde. Westdorpe kwam op deze dag met 38,1 graden even hoog als Arcen. Gezien de temperaturen in de bovenlucht, die boven het zuidwesten van ons land het hoogst waren, was het logisch dat de hoogste temperaturen, en veelal ook record hoog, ditmaal inderdaad in Zeeland werden bereikt.

Niet bekend is, maar een interessante vraag is, of er de dag daarvoor ook al een vrachtwagen stond geparkeerd, of niet. Hoe dan ook zou het een goede zaak zijn dat verantwoordelijken van het KNMI eens een hartig woordje met de beheerder van het weerstation in Arcen gaan voeren (al is niet gezegd dat hij hiervan weet had) en sowieso zijn we benieuwd of het KNMI binnenkort nog met gecorrigeerde temperaturen komt voor sommige dagen in Lelystad, Ell en Arcen, want daar lijkt namelijk alle reden voor te zijn.

Bronnen: MeteoGroup, KNMI, mscha, eigen archief.

Datum: dinsdag 31 juli 2018, 14:21
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: China, De Bilt, Den Helder, Eindhoven, Flevoland, Friesland, Huizen, Leiden, Lelystad, Limburg, Londen, Los Angeles, Moskou, Noord-Brabant, Noord-Holland, Noordelijke, Rusland, Utrecht, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Vlieland, Vlissingen, Zeeland,

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry