“In Zuid-Europa is de warmte veel dragelijker”

30/07
2018
Als het warm is in Nederland hoor je vaak dat het bij dezelfde temperaturen in Zuid-Europa veel dragelijker is. Toch is dit lang niet altijd het geval. De afgelopen dagen, vandaag en de komende dagen lopen de temperaturen in het binnenland op naar zomerse waarden, toch zal het niet onaangenaam worden.

Iedereen ervaart warmte op zijn manier. De één kan er beter tegen dan de ander. Toch kun je op basis van temperatuur en vochtigheid iets zeggen over hoe aangenaam de luchtmassa is. In de weerkunde noemen we dit de hitte-index. Overigens spelen wind en de hoeveelheid zonneschijn ook een belangrijke rol, maar die wordt bij de hitte-index niet meegenomen.

Afvoer van warmte
Als het warm weer is, wordt ook ons lichaam warm. Om deze warmte uit ons lichaam te krijgen, gaan we zweten. Als zweetdruppeltjes verdampen koelt je lichaam weer af. Is de luchtvochtigheid laag, dan neemt de lucht vrij makkelijk vocht op en kan je lichaam de warmte dus gemakkelijk kwijt. Is de luchtvochtigheid hoog, dan neemt de omringende lucht niet zo makkelijk het vocht van je zweetdruppeltjes op. Je lichaam is plakkerig en dat zorgt ervoor dat we de warmte als onaangenaam ervaren. Ook wind is in deze een belangrijke. Wind zorgt voor verplaatsing van lucht. Terwijl de lucht vlakbij de huid vochtiger wordt, zorgt een briesje ervoor dat deze lucht snel wordt vervangen door een portie ‘verse’ en dus droge lucht waardoor het verdampen van zweet door kan gaan en dus ook het lichaam verder kan afkoelen.

De meest onaangename zomerdagen in Nederland zijn dagen waarop de zon volop kan schijnen, de temperatuur oploopt naar tropische waarden van 30 graden of meer, de luchtvochtigheid hoog is (boven 50-60%) en er nauwelijks wind staat. Deze combinatie hebben we vaak als er een zuidelijke stroming staat in onze omgeving. Boven de Britse Eilanden is de luchtdruk laag en boven Midden-Europa ligt dan een hogedrukgebied. Als de zuidenwind afneemt zijn alle ingrediënten aanwezig voor een broeierige zomerdag. Het is vaak het moment waarop de eerste stapelwolken beginnen op te bollen en het niet veel later ook gaat regenen en onweren. Soms is de warmte daarmee verdreven, maar het kan ook zijn dat de warme lucht aanwezig blijft. Onweersbuien zorgen er dan voor dat de luchtvochtigheid nog hoger komt en het de daaropvolgende dag nog broeieriger wordt.

Dezer dagen is de luchtdruk ten westen, maar ook ten noorden van ons land hoog terwijl de luchtdruk laag is boven Zuid- en Oost-Europa. De wind komt niet uit het zuiden, maar uit het noordoosten. Door de volle zonneschijn en de korte nachten kan de van oorsprong niet eens zo warme lucht steeds wat warmer worden, maar ook verder uitdrogen. Nevel en mist hebben tijdens de korte nachten geen schijn van kans en overdag zien we de luchtvochtigheid steeds verder teruglopen. Morgen kan op sommige plaatsen een luchtvochtigheid gemeten worden van misschien wel minder dan 20%. Pas in de loop van de volgende week gaat de luchtvochtigheid wat omhoog en kan het voor het gevoel iets onaangenamer worden.

Zuid-Europa
Vakantiegangers geven vaak aan dat de warmte rondom de Middellandse zee veel dragelijker/aangenamer is dan in Nederland. Inderdaad, er zijn dagen dat het in Nederland tussen 30 en 35 graden is met een luchtvochtigheid van 60% of soms zelfs hoger. In dat geval voelt het ook echt onaangenaam aan. In het zuiden van Europa is het zeker nabij de kust niet heel veel droger. Heel vaak steekt er in de loop van de dag een zeewind op die soms tientallen kilometers landinwaarts kan doordringen. Een wind van zee bevat altijd veel meer vocht en vaak zie je de temperatuur in de loop van de middag niet of nauwelijks meer oplopen en soms zelfs weer iets dalen. De luchtvochtigheid neemt echter toe en vaak worden waarden gemeten van 50 tot soms wel 80%. Dieper landinwaarts is de lucht veel droger, soms minder dan 20%, maar dan geeft de thermometer wel een waarde aan van soms 35 tot 40 graden. De combinatie 40 graden en een luchtvochtigheid van 20% is overigens ook alles behalve aangenaam.

De meeste vakantiebestemmingen in Zuid-Europa bevinden zich aan zee en daar zien we dus vaak een vrij hoge luchtvochtigheid en net wat minder hoge temperaturen dan iets verder landinwaarts. Het is overigens prima weer om aan de rand van het zwembad te zitten. Het water zorgt voor verkoeling, maar het verdampen van al het water na een verfrissende duik zorgt er dus ook voor dat ons lichaam afkoelt.

Waarom ervaren we de warmte in Zuid-Europa dan anders terwijl de waarnemingen vaak anders aangeven. Een reden kan zijn dat we onze tijd anders indelen. In eigen land zijn we vaak aan het werk of doen we onze dagelijkse klusjes in en om het huis. Is het zonnig en warm, zelfs met een lage luchtvochtigheid, dan ervaren we dat het veel warmer is dan op de meeste dagen in het jaar. Op vakantie delen we onze tijd anders in. We liggen bij het zwembad of gaan een stadje bezoeken wat met z’n nauwe straatjes en steegjes goed gebouwd is op de warmte en hoge zonnestand. Bijna nergens loop je lange tijd in de volle zon. Tenslotte hebben we de vakantiebestemming ook vaak uitgekozen voor het warme weer. Als vakantieganger hou je er dus rekening mee dat het warm is. Een lange broek gaat vaak niet eens mee in de koffer terwijl we die in Nederland ook in de zomer (al dan niet vanwege het werk) nog weleens nodig hebben.

Datum: maandag 30 juli 2018, 14:59
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry