Toch weer iets onder nul...

18/05
2018
Met IJsheiligen alweer achter ons, kwam het afgelopen nacht op enkele plekken toch nog tot lichte vorst aan de grond. Op station Deelen op de Veluwe daalde het kwik op 10 centimeter hoogte tot 2,6 graden onder het vriespunt en ook in Woensdrecht kwam het op grashoogte tot -1,7 graden.

Een inmiddels eeuwenoude weerspreuk luidt ‘Het kan vriezen in de mei, tot IJsheiligen zijn voorbij’. De periode van IJsheiligen loopt van 11 tot en met 14, soms 15 mei en na IJsheiligen zou het volgens de oude volksweerkunde gedaan moeten zijn met de nachtvorst. Het geeft als het ware de grens aan tussen het mogelijk nog koudere lenteweer en zomerse weer.

Normale waarnemingshoogte
De kans dat er in de tweede helft van mei nog nachtvorst optreedt, is namelijk relatief klein. Toch gebeurt het soms nog wel. Zelfs tot ver in de tweede decade van juni kan het in de korte nachten op de normale waarnemingshoogte nog afkoelen tot net boven nul, met daarbij al dan niet lokale nachtvorst. Vaak komt dit echter niet voor. Het laatste moment in het voorjaar dat het op het Nederlandse hoofdweerstation De Bilt vroor, was op 28 mei 1961, met toen -0,2 graden op de normale waarnemingshoogte.

Grashoogte
Op gras- of klomphoogte, op 10 centimeter, kwam het in De Bilt op 1 juli 1984 zelfs nog tot 0,1 graad onder nul. In Gilze-Rijen vroor het in diezelfde nacht aan de grond nog anderhalve graad! Op andere stations gebeurde dit zelfs nog later in de maand juli en zelfs augustus. In de nacht van 22 augustus 1973 kwam het op een drietal plaatsen in het land – Twente, Valkenburg en Soesterberg – zelfs nog tot grondvorst, in Twente werd het aan de grond toen -2,2 graden. Ook de nacht van 29 augustus 1993 was een koude, met toen ook op een viertal stations lichte grondvorst.

Microklimaat
Of het in juli of augustus toch nog lokaal gaat vriezen tijdens de late nacht, heeft alles te maken met het microklimaat. Dat microklimaat gaat over een zeer beperkt gebied; de onderste paar meter van de atmosfeer en de eerste paar decimeters van de bodem. Microklimaat kan ook gaan over een dak, een dakgoot, een beschutte plek, een stukje gras of een duinpan.

Duinpannen
Vooral zandgronden kunnen tijdens de zomermaanden overdag zeer snel en sterk opwarmen en in de korte nachten nog flink afkoelen. Zeker als je een holte hebt zoals een duinpan, waar de kou zich als op de laagste plek kan verzamelen zonder naar allerlei zijden weg te vloeien. Een waarnemer op Schiermonnikoog meette ooit eind augustus in zo’n duinpan op 10 centimeter hoogte temperaturen van -2,0 graden en pal op het zand zelfs -2,5 graden. Overdag kwam het op diezelfde beschutte en pal op de zon gerichte plek vlak op het zand tot temperaturen van 45 graden! ’s Avonds koelde het er vervolgens ook weer heel snel af, met in twee uur tijd toen een temperatuurverschil van 13,5 graden.

Komende nacht
Na maximumtemperaturen van 12 tot lokaal 19 graden overdag, koelt het in de nacht naar zaterdag in het zuidoosten en oosten van het land lokaal af tot 3 of 4 graden. Aan de grond zou het daarbij op een enkele plek ook weer tot lichte vorst kunnen komen.

Pinksteren
Tijdens de Pinksterdagen draait de wind naar het oosten en stroomt opnieuw warme en droge lucht onze omgeving in. Er is op beide dagen dan ook flink wat ruimte voor de zon en het warmt snel op. Eerste Pinksterdag, zondag, wordt het 20 graden op de stranden tot een zomerse 25 graden in het binnenland. Later op de dag steekt aan de kust een zeewindje op, waardoor er regionaal risico is op wat wolkenvelden vanaf de Noordzee. Maandag, Tweede Pinksterdag, wordt het nog een graadje warmer, met opnieuw veel zon en dan op de warmste plekken landinwaarts 26 graden. In beide nachten blijft het kwik rond een graad of 10 steken. De kans op grondvorst is dan nihil.

Datum: vrijdag 18 mei 2018, 12:32
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: De Bilt, Friesland, Noord-Brabant, Schiermonnikoog, Utrecht, Woensdrecht

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry