Zomers versus winters

Als we aan de lente denken, zijn de eerste dingen die omhoog komen vaak de frisgroen wordende natuur, de vele jonge dieren die geboren worden en natuurlijk het steeds ‘betere’ weer, met vaker zon en geleidelijk hogere temperaturen. Terrasjesweer en misschien wel de eerste ‘rokjes- of korte broekendag’ van het jaar 2018. En ook dit jaar lijkt het allemaal weer te kloppen, want de eerste twintigers staan weer in de weerkaarten, inclusief flink wat zonneschijn. Toch is de lente ook een overgangsseizoen en de verschillen kunnen dan ook zeer groot zijn. Kijken we alleen al binnen de Europese grenzen, dan zien we nog steeds volop winterweer in Scandinavië, terwijl de landen in het Middellandse Zeegebied regionaal al in zomerse sferen verkeren.

De koudere lucht trekt zich in het lenteseizoen steeds verder terug naar het noorden en warmere lucht vanuit het zuiden doet geleidelijk zijn intrede. De landen rondom de Middellandse Zee warmen dan ook als eerste op en dat kan vervolgens heel snel gaan. Donderdag wordt in de Spaanse plaats Cordoba bijvoorbeeld alweer een zomerse en zonnige 25 graden verwacht, terwijl er in Zweedse Jakkvik sneeuw valt bij middagtemperaturen onder nul.

Lagedruk versus hogedruk
De warme lucht bevindt zich woensdag nog vooral boven het oosten van Europa, met daar onder invloed van een hogedrukgebied veel zon en op grote schaal ruim 20 graden. Het (noord)westen van Europa is met het passeren van een actieve trog in de bovenlucht een stuk wisselvalliger en frisser. In die bovenluchttrog tollen allerlei lagedrukgebieden rond die, gepaard met bijbehorende storingen, vanaf de Atlantische Oceaan, de Europese westkust weten te bereiken en vervolgens verder het vasteland optrekken. In delen van Spanje en Portugal, Frankrijk, de Benelux, Duitsland en op de Britse Eilanden valt enige tijd regen of een aantal (onweers)buien. Ook het zuiden van Scandinavië is regenachtig, maar net noord van Oslo en Stockholm is het kouder en valt de neerslag nog in de vorm van sneeuw.

Stuivertje wisselen
Die zogeheten trog trekt de komende dagen oostwaarts, waarna het juist in de centrale en later deze week ook in de oostelijke delen van Europa wisselvalliger en ‘frisser’ wordt. Vanaf de Atlantische Oceaan krijgt een hogedrukgebied dan de ruimte, waarna de zon gaat schijnen en warmere luchtaanvoer een poging doet. De maximumtemperaturen in vooral Zuidwest- en Centraal-Europa stijgen dan tot in de twintig graden, maar zo ver als Scandinavië weet de warme lucht nog niet te komen, al komt het kwik daar later in de week wel steeds vaker net boven nul uit. De neerslag valt er echter nog steeds in de vorm van sneeuw. Wel beperkt het zich langzaam meer tot de Noorse bergen, Lapland en Finland.

Volgende trog
Als het voor velen ‘echte lentweer’ er eenmaal is, wil dat niet zeggen dat het ook blijft. Het weer is in de lente nog erg grillig en dat blijkt ook nu maar weer eens. Een volgende trog (bel met koudere lucht vanuit het noorden en daarin aan de grond allerlei lagedrukgebieden), komt namelijk in de loop van het weekend vanaf de Atlantische Oceaan alweer dichterbij. Zaterdag vallen op de Britse Eilanden, in Spanje en Portugal en het westen van Frankrijk alweer buien en deze trekken geleidelijk oostwaarts, waarbij ook de maximumtemperaturen weer een stukje lager uit gaan komen.

Boven normaal
Echt koud wordt het echter niet meer. Kijken we puur even naar de Nederlandse normalen voor deze tijd van het jaar, dan hoort het op basis van weerstation De Bilt overdag nu gemiddeld een graad of 12 te worden en in de nachten een graad of 3. Daar blijven we naar verwachting echter ruimschoots bovenuit komen. Komend weekend dienen de eerste twintigers zich aan in ons land en net na het weekend gaat het kwik weer een fractie omlaag, maar dan is het gemiddeld nog steeds een graad of 16. De hoogste temperaturen vinden we dan in het zuidoosten van het land en de laagste vaak aan de kust en op de Waddeneilanden. Dit verschil in temperaturen heeft vooral nog te maken met de invloed van het relatief koude zeewater. In de herfst is het juist andersom, met landinwaarts de laagste waarden en aan de kust juist de hogere temperaturen.

Einde wintersportseizoen
Ondanks het 'officiële' einde van het wintersportseizoen en de geleidelijk hogere temperaturen in grote delen van Europa kan er in de Alpen op de hoger gelegen pistes nog volop gewintersport worden. Wel krijgen ze daar te maken met opwarming door föhnwinden. Margot Ribberink legt het uit.

Gerelateerde berichten:

• Verschil van 50 graden (07/11/19 17:28)
• Zomerweer in de lente (15/04/18 14:15)
• Tweedeling: noord vs. zuid (20/05/18 13:35)
• Op naar het zuiden! (30/07/16 15:37)
• Scandinavië in zomerse sferen (02/06/18 14:39)

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.