Een ijskoude wandeling

02/03
2018
De vorstperiode, de eerste sinds januari 2013, loopt op zijn einde. Vandaag al kunnen in het zuiden de temperaturen boven het vriespunt uitkomen, in het weekend gebeurt dat op steeds meer plaatsen. Een bijzondere periode gaat dan ten einde.

Hoe voelt het ook al weer, denk ik als ik in de donkere avond door een vrijwel verlaten Arnhems centrum loop. Het is ongeveer -8 graden, de luchtvochtigheid schommelt rond 50 procent en er waait een ijskoude oostelijke wind. Voor de gelegenheid heb ik me toch maar dik ingepakt: winterjas, muts, daaroverheen een capuchon en dikke handschoenen. Alleen mijn gezicht voelt de koude wind nog. Grappig genoeg krijg ik het daar ook niet koud. Wel voelen mijn benen door mijn duidelijk te dunne broek ijskoud aan. We lopen stevig door, om zo snel mogelijk thuis te zijn.

IJsbaan in Garderen
Ik denk terug aan die keer, het is denk ik in 1987 geweest, dat ik bij een temperatuur van -17 graden ging schaatsen op de ijsbaan in Garderen. Op de fiets erheen, een paar honderd meter tegen de ijskoude oostenwind op. Op de ijsbaan was het druk. Ik heb er een uur geschaatst, maar het werd kouder en kouder. Na verloop van tijd voelde ik mijn handen niet meer. Het was niet eenvoudig mijn schaatsen uit te krijgen. Het fietstochtje terug, nadat dat eindelijk toch was gelukt, staat me nog altijd scherp voor de geest. Nooit ervoor en nooit erna heb ik het ooit zo koud gehad.

Zo koud is het nu ook wel, realiseer ik me. Maar dit keer ben ik goed ingepakt. De vorstweek glijdt nog eens aan me voorbij. Heel veel mensen moeten niks van de kou hebben, zo laat nog in het seizoen. Laat het maar lente worden! Anderen genieten van het buitenkansje dat zich ineens aandient en gaan het ijs op om te schaatsen. Zelfs op ijs dat heel dun is. Helaas loopt dat niet altijd goed af. Toch beleven de meeste ijsgangers vooral plezier aan deze late vorstperiode.

Geheim van de kou?
Waar zitten hem toch het geheim en de charme van de kou? Waarschijnlijk in het feit dat het land verandert. Water wordt vast en als het ijs dik genoeg is het ineens ook toegankelijk. In een land als Nederland met zoveel water is dat natuurlijk een interessant gegeven. Als het water bevriest kun je makkelijk op plekken komen, die anders nauwelijks toegankelijk zijn. En als er ijs is, kun je er vrijwel overal ook op. Dat maakt de avonturier in ons los. Hetzelfde speelt waarschijnlijk een rol als we gaan testen of je er überhaupt op kunt. Eén durfal is altijd de eerste. En gaat die niet door het ijs, dan volgen er meer. Zo is het altijd geweest. Zo is het nog steeds. Alleen doen we het nu eerder – omdat er nog maar zo weinig ijs is – en nemen we meer risico’s. Met de gevolgen die daarbij horen.

Prachtige plaatjes
Als het water bevriest en we gaan erop om te schaatsen, krijg je die prachtige plaatjes van mensen in een winterlandschap, dat zo aan de wintertaferelen van de Hollandse meesters doen denken. Plaatjes die zich in ons collectieve bewustzijn hebben vastgezet en in hoge mate bepalen hoe we een vorstperiode moeten beleven. Daar horen koek en zopie bij. Al zo lang. En een molen op de achtergrond. Of een ondergaande zon, net naast het silhouet van een grote boom.

Sneeuw
Hoe prachtig is het ook niet als er sneeuw valt en het Nederlandse landschap totaal van gedaante verandert. Op de Waddeneilanden is het de afgelopen dagen nog gebeurd. En toen daar die straffe oostenwind bij kwam, was het arctische plaatje helemaal compleet. De sneeuw begon te stuiven en het landschap werd meer en meer door sneeuwduinen gedomineerd. In het noordoosten van Groningen kregen we de bijzondere combinatie van stuivende sneeuw en stuivende klei. Ook daar werden duintjes gevormd, maar daar dus van een wel heel aparte mengvorm.

Als we in Arnhem het Velperplein oversteken, komen een paar mensen ons tegemoet. Ze lopen diep weggedoken in hun jassen en klagen hoorbaar over de kou. Gauw naar binnen, zegt er één. En ook daar zit hem de crux. We kunnen in Nederland nu van kou genieten, omdat we het grootste deel van zulke dagen in onze verwarmde huizen en gebouwen doorbrengen. Daar is een winterdag een fluitje van een cent. Heel anders dan aan het begin van de vorige eeuw, toen alleen maar enkele ruimten per huis of gebouw verwarmd waren en het ook binnen meer dan eens kou lijden was.

Winters van toen
De winters van nu zijn in geen enkel opzicht meer met die van toen te vergelijken. Mijn oma vertelde ooit over de vorstperiode van februari 1929, toen het gezin waarin zij groot werd op een houten woonschip in het ijs vast kwam te zitten. De koudegolf begon op 10 februari en op 12 februari werd al een Elfstedentocht gehouden. Nog enkele dagen later doken op de Noordzee de eerste ijsvelden op en vroren de grote Nederlandse rivieren dicht om ijswegen te worden. Aan het einde van de maand lag er op het Schildmeer een ijslaag van 55 centimeter dikte. Zo kan het dus ook.

Waddenzee
Tegenwoordig doen we het met ijssculpturen aan de randen van plassen en meren (en die leveren prachtige foto’s op) en met drijfijs in de Waddenzee. Als je de kans een keer hebt om daar met één van de veerboten doorheen te varen, dan zou ik het zeker doen. Ik heb het in 2012 gedaan en het is niet heel anders dan varen door het zeeijs bij Groenland, wat ik drie jaar later deed. Alleen waren de ijsschotsen bij Groenland aanmerkelijk dikker en lag er in de verte een ijsberg tussen.

We zijn bijna thuis. Ik adem nog een keer diep in om de kou nog een keer heel bewust te voelen. Dan stappen we naar binnen, onze eigen, warme wereld binnen. Een koude ervaring rijker. Maar ook een mooie. Want ik vind het nog steeds: transportkou hoort bij de winter en is eigenlijk heel mooi.

Bron: MeteoGroup.

Datum: vrijdag 2 maart 2018, 08:33
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: Arnhem, Gelderland, Groenland, Groningen, Houten, Huizen, Noord-Holland, Utrecht

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry