Ijsvorming, wat werkt mee en wat werkt tegen

28/02
2018
Het is koud en het zit al een aantal dagen in de kaarten, het wordt nog kouder. Tijd om eens te kijken naar de diverse factoren die belangrijk zijn bij de vorming van natuurijs.

Ook vanmorgen zagen de kaarten er weer ronduit koud uit. Zeker als we kijken naar de berekeningen van het ECMWF model, het model dat op de lange termijn gemiddeld genomen de beste score laat zien. Hier zien we tot en met midden volgende week onder invloed van een krachtig hogedrukgebied boven Scandinavië en meerdere lagedrukgebieden in het zuiden van Europa, een stevige oostelijke stroming op gang komen. De aangevoerde lucht komt uit het noorden van Rusland en soms zelfs nog noordelijker en is dan ook bijzonder koud. Op weg naar ons land warmt de lucht wel iets op, maar vanaf morgen (zondag) komt de temperatuur ook in de middag niet of nauwelijks boven nul. Overigens is het niet alleen zonnig winterweer, vooral maandag, dinsdag en woensdag vormen zich overdag gemakkelijk enkele wolkenvelden waaruit zelfs wat lichte sneeuw (en op de Waddeneilanden misschien zelfs wel meer dan wat lichte sneeuw) kan vallen.

Tijdens het tweede deel van de week trekt het zwaartepunt van het hogedrukgebied meer richting Groenland. Depressies boven Zuid-Europa kunnen daardoor wat meer naar het noordoosten bewegen. Vooral de berekeningen van het Amerikaanse NCEP/GFS laat de depressies doordringen tot ons land. Eerst volgt er sneeuw, later lichte dooi. De kaarten van ECMWF zien er aan het einde van de week nog steeds volop winters uit. De depressies komen wel wat noordelijker, maar winterse neerslag lijkt ons land net te missen en van dooi is al helemaal geen sprake. Wel zorgen de oprukkende depressies voor een aantrekkende oostenwind. Woensdag, donderdag en vrijdag worden dan ook drie bijzonder schrale winterdagen.

Natuurijs
Met de huidige verwachting is het logisch dat zich steeds meer ijs gaat vormen op sloten, vaarten, meren en plassen. Toch wordt het nog lastig om de komende dagen een mooie schaatsplek te vinden. Er zijn namelijk een aantal factoren belangrijk voor de vorming van natuurijs en niet elke factor wordt optimaal benut. Belangrijk voor de vorming van natuurijs zijn uiteraard negatieve temperaturen, wind en wolken, maar ook de relatieve luchtvochtigheid en de tijd van het jaar.

Positieve factoren
Van vorst is de komende dagen absoluut sprake. In de nachten gaat het uiteindelijk steeds vaker en op grotere schaal matig vriezen. Ook overdag wordt het kouder. Kwam de temperatuur de afgelopen week nog ruim boven nul uit, vanaf morgen (zondag) is dat niet meer het geval. Misschien dat woensdag, donderdag en vrijdag het kwik zelfs op veel plaatsen ook overdag (net) niet boven nul weet uit te komen. In dat geval spreken we van een echte ijsdag. Vooral de positieve temperaturen overdag eerder deze week en de al sterke februarizon, waren de oorzaak van het afsmelten van het in de nacht reeds gevormde ijs.

Een andere factor die meehelpt bij de vorming van natuurijs is de luchtvochtigheid. De aangevoerde artische luchtmassa is niet alleen heel koud, ze is ook erg droog. Als een droge (en koude) luchtmassa over water of ijs strijkt, zal er verdamping optreden. Hierbij komt warmte vrij en dus koelt het water of het ijs af. Een lage luchtvochtigheid is dus gunstig voor ijsvorming en ook het in stand houden van reeds gevormd ijs. De komende dagen zal de luchtvochtigheid in de middag soms dalen tot 20-25%, gunstig voor het verder aandikken van het aanwezige ijs.

Negatieve factoren
We zagen het de afgelopen dagen al, de zon is in deze fase van de winter al een stuk sterker dan rond eind december/begin januari. Eind december is de daglichtperiode 7 uur en drie kwartier en staat de zon een goede 14 graden boven de horizon. Op 1 maart is de daglichtperiode al bijna 11 uur en staat de zon op z’n hoogste punt (even voor 13 uur) ruim 30 graden boven de horizon. De nachten zijn nu dus al duidelijk korter en de zon heeft dus al veel meer kracht. De huidige vorst had rond de Kerst waarschijnlijk al een mooie ijsvloer opgeleverd.

Ook de wind is spelbreker. Het water blijft ook tijdens de nachten goed in beweging en heeft daardoor geen tijd om te bevriezen. Bij strengere vorst zal dat wel op den duur gaan lukken, maar je krijgt dan geen mooie gladde ijsvloer. Ook zorgt de wind voor menging met warmer water op enige diepte en zo zie je overdag het ijs ook weer afkalveren.

Plussen en minnen
Toch is de wind niet alleen een negatieve factor. Op plaatsen waar al ijs ligt, zal de stollingswarmte snel afgevoerd worden door de wind en het ijsoppervlak kouder worden. Dat komt de aangroei weer ten goede.

Wolken hebben in deze tijd van het jaar zowel een negatieve als een positieve invloed. Tijdens de nachtelijke uren zal de vorst getemperd worden, overdag zorgen ze er echter voor dat de invloed van de zon beperkt wordt. Daarbij is het wel belangrijk dat het wolkendek geheel gesloten is. Een half bewolkt weerbeeld is juist weer negatief. De zon krijgt in dat geval voldoende ruimte om het ijsoppervlak (negetief) te beinvloeden. Daarnaast wordt het zonlicht door het ijs teruggekaatst, maar dat doen de wolken ook weer. In het geval van een half bewolkte hemel, zal een deel van de zonnestraling twee keer het ijs beinvloeden.

Andere factoren
Uiteraard speelt er veel meer mee bij de vorming van natuurijs. Het is gewoon een zeer lastig natuurkundig proces dat sterk afhankelijk is van lokale omstandigheden. Ook stroming onder het water heeft veel invloed, eventuele sneeuw op het ijs zorgt voor een isolerende laag en ook zakkend waterpeil, bijvoorbeeld in de uiterwaarden, maakt een ijsvloer soms erg onbetrouwbaar. Tenslotte kan de wind ook nog eens gemakkelijk stof en zand op het ijs blazen waardoor schaatsen een stuk lastiger wordt en je binnen de kortste keren de schaatsen weer moet slijpen.

Wanneer kan het dan?
Wanneer we uiteindelijk kunnen gaan schaatsen is een veel gestelde vraag de laatste tijd en zeker nu heel moeilijk te beantwoorden. De afgelopen dagen kwamen er al meldingen van vennetjes en sloten in bijvoorbeeld Drenthe en Overijssel waar men 4 tot 6 cm ijs kon meten en een enkeling z’n schaatsen kon onderbinden. De komende tijd zal dit ijs goed aanvriezen en midden volgende week een dikte bereiken van 10 tot 15 cm. Op die plaatsen kun je dus veilig schaatsen.

Op plekken waar nu nog maar een heel dun laagje ligt, ligt midden volgende week waarschijnlijk een 5 tot 7 cm ijs, ook voldoende om enkele schaatsers te houden. Het probleem is echter dat er op veel sloten, vaarten en meren nog hele stukken open liggen. Deze zullen de aankomende nachten door de wind moeizaam bevriezen. Midden volgende week zal de ijsdikte op niet al te diep water dan ook sterk wisselend zijn. Misschien dat sommige wateren pas dinsdag- of woensdagochtend voorzien zijn van een dun laagje ijs van een centimeter terwijl even verder op het ijs al dik genoeg is om een groep volwassenen te dragen. Ga je de komende tijd het ijs op, let dan goed op de kwaliteit van het ijs en bekijk vandaag en morgen alvast op je favoriete schaatsplek hoe de stand van zaken is.

Datum: woensdag 28 februari 2018, 09:13
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: Drenthe, Groenland, Overijssel, Rusland

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry