Transportkou is mooi

23/02
2018
Een winter zonder kou is als een zomer zonder hitte. Waarom blij zijn met een periode van echte transportkou, als de winter op papier bijna al voorbij is? Waarschijnlijk omdat het steeds minder vaak gebeurt. Warm wordt het tegenwoordig vanzelf, voor kou is heel wat nodig. En als alle stukjes dan toch nog een keer passen, is dat iets om naar uit te kijken. Transportkou is mooi.

Natuurlijk hebben we tegenwoordig makkelijk praten. Vanachter onze dubbele ruiten en in onze warme huizen, doorstaan we iedere koudeperiode zonder een centje pijn. Vroeger was dat natuurlijk anders. Mijn ouders vertellen nog hoe ze ’s ochtends wakker werden met ijs op de ramen en rijp op de dekens. Met stuifsneeuw op zolder, tussen de dakpannen door gewaaid. Over bevroren tenen, als ze tegen de ijskoude oostenwind naar school moesten fietsen. En het pijnlijke ontdooien.

Fotowinters
Op foto’s bestaan ze nog, de strenge winters met vrachtwagens op de grote rivieren, autotoertochten op het IJsselmeer, totaal ingesneeuwde open gebieden in de noordelijke helft van het land en wandelende mensen op de randen van de Noordzee, die deels was dichtgevroren. Hele boeken hebben we erover volgeschreven. De mensen die er nog over kunnen vertellen, doen dat met vuur in de ogen. En hebben de onverdeelde aandacht van iedereen. Daarbij wordt er vooral teruggeblikt op koude winters, nauwelijks op hete zomers. Ze spreken veel meer tot de verbeelding. Ons grootste sportevenement, waar iedereen naar uitkijkt, wordt nooit meer gehouden. De namen van de grote toertochten van weleer verworden meer en meer tot echo’s uit een ver verleden.

Over echt strenge winters wordt alleen nog gesproken. In de herinnering van de mensen van nu was de winter van 2010 een hele bijzondere, met al zijn vorst en sneeuw, het zout dat op was en de overlast op onze drukke wegen, die toch al vast staan, ook al is er qua weer niets aan de hand. Kijk je naar het papier, dan stelde die winter van 2010 vergeleken met zijn illustere voorgangers echter helemaal niets voor. Sla de statistieken van het KNMI er maar op na. Veel kinderen van nu hebben nauwelijks schaatsherinneringen, als ze die al hebben. De ijsclubs zien de leden weghollen. Eigenlijk gaat met het verdwijnen van de winter een stukje Nederlandse identiteit verloren. Dat is jammer.

Toch nog een keer koud
En nu staat er dan toch ineens een weekje met transportkou voor de deur. In een winter die als een nachtkaars leek uit te gaan. En wat voor een transportkou! Nog steeds zijn alle pijlen gericht op aanstaande woensdag. Dan wordt de koudste lucht verwacht, met op 1500 meter hoogte een temperatuur van rond -19 graden. Mijn weerherinnering gaat ongeveer 45 jaar terug, maar bewust kan ik geen situaties terughalen waarin de aangevoerde lucht zo koud was. Noem dat maar niét bijzonder. Wel zijn er de situaties dat we er dichtbij waren. Zomaar uit mijn geheugen haal ik er een paar terug. Om te laten zien dat transportkou mooi is en vooral ook waarom.

De winter van 1979
Geboren in 1968 waren de eerste jaren op weergebied niet heel bijzonder. In 1976 hadden we een vorstperiode en een dikke laag sneeuw, maar het duurde tot in de winter van 1979 voordat we met een echte strenge winter te maken kregen. De mooiste fase van transportkou zat meteen al aan het begin: rond de jaarwisseling van 1978/1979 speelde zich één van de spectaculairste kou-invallen uit mijn leven af, met regen, ijzel, sneeuw en storm. En imposante temperatuurverschillen. Na de sneeuwstorm van 31 december blies een noordoostenwind de koudste lucht van die winter binnen. Op sommige plaatsen kwam het begin januari tot zo’n 25 graden vorst. Verder ontstond in de arctische lucht het mooiste polar low uit mijn leven dat op 2 januari met spectaculair weer passeerde. In het westen van het land kwam zelfs het oog van de arctische storing over. In diezelfde winter mag natuurlijk de sneeuwstorm van 14 en 15 februari met zijn imposante sneeuwduinen niet onvermeld blijven. Onlangs nog hebben we een verhaal over die dagen op onze site gehad.

De jaren tachtig
Daarna duurde het weer een paar jaar. De winter van 1985 was de volgende die veel koud weer opleverde, uitmondend in uiteindelijk de eerste Elfstedentocht sinds 1963. Vooral in januari was het af en toe erg koud. Meerdere golven met ijskoude lucht werden vanuit het noordoosten het land ingeblazen, meer dan eens voorafgegaan door een actief koufront dat hevige sneeuw bracht, hier en daar zelfs met onweer. Voor het front uit was het dan -5, erachter werd het al snel -15 graden.

De winter van 1986 was vooral in februari koud, met op de 26ste opnieuw een Elfstedentocht, maar transportkou was er met name in de koude winter van 1987. Vooral de 14e januari staat me nog helder voor de geest. Die dag kwam de temperatuur in onze omgeving niet boven rond -13 graden. Daarbij stond er een straffe oostelijke wind. Ik studeerde in Utrecht en reisde iedere dag heen en weer met trein en fiets, vanuit mijn woonplaats Garderen (op de Veluwe). Ook die dag. Dik ingepakt. Terug, aan het einde van de middag, brak de ketting van mijn fiets, misschien wel door de kou. Ik moest 10 kilometer lopen, door het bos, voor het gevoel in een storm. Ik hoor het gebulder van de wind door de bomen nog, voel de stuifsneeuw die eraf waaide. Zo alleen, middenin het bos, op zo’n extreem koude dag, dat is een beeld dat ik nooit ben vergeten. En nee, ik had het niet koud.

De jaren negentig
De volgende herinnering komt uit februari 1991. Die maand schoof een bel met zeer koude lucht vanuit het oosten naar onze omgeving (een beetje zoals volgende week). Het leverde een lange vorstperiode op en vooral verderop in de maand ook heel veel sneeuw. Ik was er blij mee, zat overwerkt thuis en kon op het ijs nieuwe energie opdoen.

Mooi was ook de winter van 1996, maar voor een echte transportkou herrinnering moeten we nog een jaartje verder, naar 1997. Eind december kwam Nederland toen in de ban van zeer koude lucht, die onder meer een jaarwisseling om nooit te vergeten opleverde en op 4 januari ook de laatste Elfstedentocht. Bewust heb ik dat alles in Nederland echter niet meegemaakt, want ik was in Zuid-Spanje met vakantie. Ook daar was het weer van slag met regen en storm, overstromingen en soms ook daar sneeuw tot op geringe hoogte. De Sierra Nevada sneeuwde bijkans helemaal in.

We zaten nog net niet in het tijdperk van de mobiele telefoontjes, dus bleef het nieuws van thuis tot een enkel telefoontje vanuit de telefooncel beperkt. Daar bezwoer mijn vader me dat een eventuele Elfstedentocht pas na mijn terugkomst in Nederland gehouden zou worden. Maar: toen ik op Schiphol weer uit het vliegtuig stapte, bleek de tocht toch al te zijn geweest. Dat doet nog altijd een beetje pijn, vooral omdat de kansen op een herhaling tegenwoordig niet heel groot meer zijn.

Het nieuwe millennium
Sinds de millenniumwissel is echt winterweer in Nederland schaars. Een paar herinneringen nog. Zoals de legendarische maartstart in 2005. Eerst de sneeuw, daarna die beroemde nacht van 3 op 4 maart toen de temperatuur in Marknesse tot -20,7 graden daalde. Zelf ben ik die ochtend vroeg nog snel op pad gegaan om een andere koude plek te bezoeken, waar het ook rond -20 graden was. Gewoon om te voelen hoe dat nou was. Het was, met de sneeuw erbij, een prachtige ervaring.

Vanaf 2009 volgden een paar wat koudere winters met veel sneeuw en nu en dan ook schaatsijs. De avond van de 18e december 2009 was geweldig. Een tong met ijskoude lucht drong heel langzaam vanuit het oosten het land binnen. Ik heb nog gewacht totdat ook in Nijmegen de thermometer dook. De volgende ochtend vroor het hier en daar 18 graden. Ik ben gaan fietsen door de Ooijpolder, middenop de dag bij temperaturen die nog steeds de -10 graden aantikten. Dat was koud, maar tegelijkertijd ook een bijzondere ervaring. De volgende dag viel een dikke laag sneeuw.

Koufront december 2010
Na de sneeuwwinter van 2010 volgde in december 2010 een volgende, onvergetelijke periode. Opnieuw was het wekenlang koud, met steeds weer sneeuw. Op 16 december passeerde een storing die op veel plaatsen eerst veel regen, maar aan het einde van de dag ook weer sneeuw bracht. De overgang was abrupt en ging hier en daar met onweer gepaard. De aangevoerde lucht was zo koud dat het de volgende dag, ook al kwam de wind van zee, op veel plaatsen bleef vriezen. Vooral in het westen viel een vracht sneeuw en lag het openbare leven helemaal overhoop. Ook de week daarna bleef het koud, uitmondend in de mooiste witte kerst sinds 1938.

Eén van de allermooiste dagen, in een prachtige vorstperiode, is waarschijnlijk 4 februari 2012 geweest. Middenin de vorstperiode trok een ondiep lagedrukgebied van noord naar zuid over het land en bracht een laagje bijzonder luchtige sneeuw. Het leek alsof er schuim op het land lag. Meteen daarna volgde een vrijwel windstille nacht in ijskoude lucht. Op veel plaatsen daalde de temperatuur tot -20 graden, in Lelystad was het met -22,9 graden het koudst, de laagste temperatuur van deze eeuw tot nu toe. De lucht was zo koud, dat de Noordzee dampte. Datzelfde gold voor de grote rivieren, zoals de Waal die door de Ooijpolder stroomt, waar ik die ochtend al vroeg van de partij was. Ook daar vroor het 20 graden of meer. De bomen waren zwaar berijpt, vanaf de dijk waren boven de polder ijsmistbanken zichtbaar. Op de achtergrond tegen de opkomende zon de Waal met zijn dikke dampwolken erboven. Liep je de Waalbrug op, dan sneeuwde het uit die wolken. Het was een onvergetelijke aanblik van een heel bijzondere dag. Een paar dagen later voeren we met de boot door het Waddenzeeijs naar Terschelling. Geweldig!

De laatste herinnering aan transportkou is die uit maart 2013, toen het nog een heel lange tijd koud bleef. Bijzonder toen was de combinatie van lage temperaturen (het kwam overdag wel gewoon boven nul) en bijzonder lage dauwpunten. Omdat het hard waaide, kon opspattend water (doordat de verdamping ervan in de wind warmte kostte) op riet en andere obstakels aan de oevers bevriezen. Het leverde een steeds grotere verzameling indrukwekkende ijssculpturen op. Ook auto’s, die aan het water geparkeerd stonden, werden met een steeds dikkere ijslaag bedekt. Op 1 april werd dat jaar nog een foto gemaakt van mensen die op de randen van het Schildmeer schaatsten.

Pak je kans!
Daarna, en dat is nu alweer 5 jaar lang, is het toch behoorlijk stil gebleven aan het koudefront. Een groot deel van deze winter, zat het er niet in. En nu de winter bijna voorbij is, lijkt het dan toch nog te gebeuren. Hoe we ons de aanstaande koudeperiode uiteindelijk zullen herinneren, staat nog niet vast. Dat zal uiteindelijk moeten blijken. Wat wel als een paal boven water staat: iedere Nederlander heeft recht op zijn eigen herinneringen aan bijzonder winterweer. Dus laat deze kans niet voorbijgaan. Want het is in het huidige klimaat inmiddels echt de vraag hoeveel er nog zullen volgen. En dan is het jammer als je over 30 jaar moet zeggen van ‘had ik destijds toch maar beter opgelet’.

Bron: MeteoGroup.

Datum: vrijdag 23 februari 2018, 09:42
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: Flevoland, Friesland, Gelderland, Groningen, Huizen, Leek, Lelystad, Nijmegen, Noord-Holland, Noordelijke, Sierra, Spanje, Terschelling, Utrecht

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry