Bergwandelen: laat je niet verrassen

02/08
2017
Bergwandelen is voor veel Nederlanders een populaire vakantie-activiteit. Het is echter niet zonder risico’s. Niet zelden worden bergwandelaars namelijk verrast door slecht weer hoog in de bergen. We gaan daarom deze keer wat dieper in op de weerrisico’s nabij bergtoppen.

Alleen al naar de Alpen gaan elk jaar ongeveer anderhalf miljoen Nederlanders op vakantie. Ook andere Europese berggebieden zoals de Pyreneeën, de Schotse Hooglanden en het Centraal-Massief trekken veel Nederlandse toeristen. Dat het weer hogerop in de bergen heel anders kan zijn dan in het dal, is vaak wel bekend. Toch komen bergwandelaars nog regelmatig in de problemen door onverwacht slecht weer.

Gevoelig kouder
Terwijl het op zonnige zomerdagen in de dalen vaak aardig zweten is, kan het op de toppen juist koud zijn. Deze geleidelijke temperatuurdaling met de hoogte is het gevolg van een puur natuurkundig proces, waarbij een dalende luchtdruk met toenemende hoogte ten koste gaat van de temperatuur. Over het algemeen geldt onder droge omstandigheden dat het bij elke honderd meter stijging, ongeveer een graad kouder wordt.

In de Zwitserse Alpen wordt het vanmiddag op circa 3200 meter hoogte slechts een graad of 8. In de dalen (ongeveer 1500 meter hoogte) komt het kwik dan op veel plaatsen tussen 20 en 25 graden uit. Dat scheelt dus een dikke jas, zeker als je bedenkt dat het hogerop ook harder waait.

Slecht zicht
Een stuk verraderlijker is slecht zicht door mist of lage bewolking. Hierbij is een onderscheid te maken tussen bewolking rond de bergtoppen, en mist of laaghangende bewolking in de lager gelegen delen. Op het moment dat de toppen niet meer zichtbaar zijn, is het sterk af te raden om hoog de bergen in te gaan doordat het zicht in bewolking kan teruglopen tot minder dan honderd meter.
Soms komt het ook wel eens voor dat een bergdal in de loop van de dag volloopt met lage bewolking of uitgestrekte mistvelden. Vooral bij kustgebergtes gebeurt dit nog wel eens, door aanvoer van vochtige zeelucht. Op het moment dat dit optreedt als je al bovenin de bergen loopt, kun je aardig verrast worden als je weer afdaalt.
Zonder een gedetailleerde wandelkaart, GPS en/of kompas kan dichte mist tot gevaarlijke situaties leiden.

Venturi-effect
Door wrijving van het ruwe aardoppervlak wordt de wind nabij de grond geremd. Dit verklaard voor een belangrijk deel dat het hoog in de bergen harder waait. Vooral bergkammen (ook wel berggraten genoemd) staan erom bekend dat de wind daar een stuk sterker is dan elders. Dit heeft te maken met het zogenaamde Venturi-effect, vernoemd naar een Italiaanse natuurkundige. Hierbij wordt een bepaald volume aan lucht geforceerd door een vernauwing (in dit geval over een berg) geperst, wat gepaard gaat met een versnelling van de luchtstroom (wind).
De verhoogde windsnelheden in combinatie met steil aflopende hellingen aan weerszijden van een bergkam, maken dat dit plaatselijke weerfenomeen niet onderschat mag worden door bergwandelaars. Zeker bij frontpassages of buien zijn dit plekken die beter vermeden kunnen worden.

Onweer
Waarschijnlijk een van de bekendste gevaren in de bergen is onweer. In de zomerperiode komt dit met name in de berggebieden in Centraal- en Zuid-Europa regelmatig voor. De risico’s zitten hem vooral in lastige schuilmogelijkheden en het plots verslechteren van de weercondities. Een ogenschijnlijk rustige, zonnige dag kan namelijk later in de middag toch fiks onweer opleveren.
Door sterke instraling van de zon warmen de zuidelijke berghellingen overdag snel op. Hierdoor stijgt de lucht daar langs de hellingen op, thermiek. De opstijgende lucht vormt een extra energiebron voor de vorming van wolken, die zich als eerste boven de toppen vormen. Bij genoeg onstabiliteit groeien deze wolken gaandeweg de middag verder tot (onweers)buien, die in de avond vaak langzaam weer uitdoven.

Als ’s ochtends vroeg al vrij veel opbollende wolken te zien zijn, is het raadzaam om niet hoog de bergen in te gaan. Verder is het verstandig om voor aanvang van een bergtocht een actueel lokaal weerbericht te raadplegen, waarin het eventuele risico op buivorming wordt benoemd.

Hoge zonkracht
Ook zonnig weer is vooral hoog in de bergen niet zonder gevaren. De menselijke huid verbrandt dan namelijk een stuk sneller dan in de laagvlakten. Op de top van de Matterhorn wordt deze middag bijvoorbeeld een UV-index 12 verwacht. Dat is een extreem hoge waarde die in Nederland bij lange na niet wordt gehaald. Bij deze zonnesterkte is het noodzakelijk om een UV-werende huidcrême te gebruiken met een minimale factor 30. In de zuidelijke dalen van Zwitserland komt de UV-index vandaag uit op 8. Dat is in ons land het hoogst haalbare.

Bron: MeteoGroup
Foto voorpagina: Tim van Dalen, Angle Tarn (Lake District, UK).

Datum: woensdag 2 augustus 2017, 12:46
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: Bergen, Leiden, Limburg, Noord-Holland, Zuid-Holland, Zwitserland

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry