Warmer na de IJsheiligen

08/05
2017
De IJsheiligen worden van oudsher gezien als grens tussen het mogelijk nog koudere lenteweer en zomers weer. De kans dat er in de tweede helft van mei nog nachtvorst optreedt, is namelijk klein. De laatste datum waarop de temperatuur in De Bilt op de normale waarnemingshoogte (1,5 meter hoogte) onder nul kwam - na het winterseizoen - is 28 mei in 1961, toen de minimumtemperatuur uitkwam op -0,2 graden. Tot ver in de tweede decade van juni kan het in de korte nachten echter nog afkoelen tot een paar graden boven nul, met daarbij al dan niet plaatselijke nachtvorst. Dit jaar lijkt het weer zich strak aan de ‘kalender’ te houden, want vanaf 11 mei komt er een einde aan de kou en stijgt de middagtemperatuur regionaal weer tot 20 graden.

De periode van de IJsheiligen, van 11 tot en met 15 mei, is waarschijnlijk één van de oudste en meest bekende begrippen uit de volksweerkunde: rond het jaar 1000 werd er al melding van gemaakt. Na deze periode zou het volgens de volksweerkunde gedaan moeten zijn met de nachtvorst. Zo luidt een bekend weergezegde: ‘Het kan vriezen in de mei, tot de IJsheiligen zijn voorbij’.

Naamdagen
Komende donderdag, 11 mei, is de naamdag van de eerste IJsheilige Sint Mamertus. Vrijdag 12 mei hebben we Sint Pancratius, zaterdag 13 mei Servatius van Maastricht en zondag 14 mei Bonifacius. Bij ons en ook in enkele andere landen, waaronder Duitsland, Hongarije en Zwitserland, wordt ook 15 mei nog tot de IJsheiligen gerekend, genaamd Sophia ofwel ‘koude Sofie’. Deze laatste dateert uit de elfde eeuw, toen Sophia beschermelinge van de vorst was. In het Alpengebied werden indertijd op die dagen vuren ontstoken ter bescherming tegen de vorst.

Uitzonderlijk
Abrupte temperatuurveranderingen, die onder andere het gevolg zijn van het nog relatief koude zeewater, zijn kenmerkend voor ons voorjaar en kunnen ook in juni nog geregeld voorkomen, maar na half mei neemt de kant op vorst wel sterk af. Het is vrij uitzonderlijk dat er aan het einde van deze maand nog temperaturen onder nul voorkomen, maar het gebeurt soms nog wel. Zo kwam het in 2006 in de nacht van 2 op 3 juni nog tot nachtvorst, in 2008 vroor het aan de grond in de nacht van 23 op 24 juni en in 2013 kwam het kwik in de nacht van 25 op 26 juni nog in de min.

Weerkalender
Dit jaar lijkt het weer zich netjes aan de ‘weerkalender’ te houden. De komende nachten verlopen vrij helder en wordt het nog koud, met lokaal lichte (nacht)vorst. Komende nacht daalt het kwik op anderhalve meter, de normale waarnemingshoogte, in het oosten nog tot net onder nul en aan de grond kan het daar zelfs nog 4 of 5 graden vriezen. De nachten daarna, waaronder dus ook de nacht naar donderdag 11 mei, blijft het kwik in de thermometer op de normale waarnemingshoogte overal boven nul, maar kan het aan de grond op beschutte plekken nog net licht vriezen.

Overgang op 11 mei
Donderdag overdag, 11 mei ofwel Sint Mamertus, maakt de relatieve kou plaats voor warmere lucht. Vanaf dat moment wordt er met een zuidwestelijke stroming milde oceaanlucht bij ons aangevoerd, waarin de middagtemperatuur regionaal stijgt tot 20 graden. De hoogste temperaturen vinden we in de omgeving van Limburg, en op de Waddeneilanden is het met 14 of 15 graden het ‘koudst’.

Onbestendig
Echt bestendig lenteweer met veel zon lijkt het daarbij echter niet te worden. Donderdagavond trekken er vanuit het zuiden namelijk buien het land in en deze blijven ook in het weekend in onze omgeving actief. Lokaal kunnen die buien stevig uitpakken en vooral in de middag- en avonduren is er bij die buien ook onweer mogelijk. Tussendoor is er echter ook regelmatig ruimte voor de zon.

Datum: maandag 8 mei 2017, 16:10
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: De Bilt, Duitsland, Hongarije, Limburg, Maastricht, Utrecht, Zwitserland

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry