Nachtelijke vorst en aprilwarmte

08/04
2017
April, ook wel grasmaand genoemd, is een overgangsmaand van winter naar zomer. Dit betekent dat nachtvorst geen bijzonderheid is, maar datzelfde geldt eigenlijk ook voor (de eerste) warme aprildagen met maximumtemperaturen van minstens 20 graden.

Dit zullen we de komende 24 uur merken. Gedurende de komende nacht, de nacht naar zondag, wordt in de buitengebieden vorst aan de grond verwacht. Op normale waarnemingshoogte van 1,5 meter lijkt dit net niet te lukken, met op de koudste plaatsen naar verwachting om en nabij 1 graad in de plus. En overdag warmt de (droge) lucht vervolgens sterk op. Een zuidenwind en volop zon brengen de middagtemperaturen op een zeer aangenaam lenteniveau van maximaal een graad of 15 op de Wadden tot 22 graden in het zuiden. Op grote schaal rolt een warme dag uit de bus, met minstens 20 graden.

Vorst in de 'hut' versus vorst aan de grond
Het gemiddeld aantal dagen (nachten) met minimumtemperaturen onder het vriespunt op normale waarnemingshoogte, ofwel vorst in de thermometerhut op 1,5 meter, loopt in april uiteen van 0 dagen op het 'zeestation' Vlissingen tot 6 te Deelen, Eelde en Twenthe. Kijken we naar het aantal 'normale' aprildagen met vorst aan de grond, ofwel grasminimumtemperatuur onder nul, dan is de verdeling: 1 dag in Vlissingen tot 11 dagen in Eelde, Twenthe, en op de twee Brabantse weerstations Gilze-Rijen en Volkel. Een maand later, in mei, lopen deze aantallen overigens sterk terug. Van gemiddeld 0 dagen met nachtvorst in Vlissingen en Maastricht, tot 5 nachtvorstdagen in Eelde.

Warme aprildagen
Het langjarig gemiddelde qua aantal warme aprildagen met maximumtemperaturen van minstens 20,0 graden wijkt niet veel af van de aprilnorm voor wat betreft vorst in de hut. In Nieuw Beerta (Noordoost-Groningen), Deelen, Gilze-Rijen, Eindhoven, Volkel en Arcen zijn 4 warme aprildagen 'normaal, terwijl in Stavoren, De Kooy (Den Helder), in Hoorn op Terschelling en in Vlissingen 1 warme dag de norm is. In mei loopt het gemiddeld aantal warme dagen trouwens flink op: met een norm van 4 warme meidagen in De Kooy tot 13 dagen in Arcen.

Lage luchtvochtigheid en droge ondergrond
De soms grote temperatuursverschillen tussen dag en nacht kunnen in het zomerhalfjaar, april tot en met september, verklaart worden door de combinatie van een droge ondergrond en daarboven een lage luchtvochtigheid. Zo is morgen de luchtvochtigheid (vrij) laag. We gaan hier nu dieper op in.

Daar waar de luchtvochtigheid hoog is, zal de van de zon afkomstige energie (warmte) deels worden gebruikt om het aanwezige vocht te verdampen. Ook vocht in de bovenste delen van de grond komt daarbij vrij. De zon verwarmt immers de grond, die op haar beurt de lucht daarboven opwarmt. Door de opwarming van de vochtige lucht zal het vocht verdampen (van vloeibare vorm naar dampvorm gaan) en voor dat proces is extra warmte nodig. Die warmte wordt uit de lucht er omheen gehaald, die vervolgens afkoelt. En zo heeft opwarming van vochtige lucht, een afkoelend effect. Vergelijk het met het op het vuur zetten van een ketel met water. Aan de ketel water moet je warmte toevoegen om het geheel op te warmen, en ten slotte aan de kook te krijgen. Dat kost dus warmte. Zo gaat dat ook in de atmosfeer. Die warmte wordt in de omgeving weggehaald, waardoor de omgeving afkoelt.

Je kunt dit proces ook beproeven in de tuin op hete middagen in de zomer. Sproei dan een aantal tuintegels nat. Ga vervolgens op die tegels staan. Je zult een heerlijke verkoeling aan de benen ondervinden. De energie van de zon wordt gebruikt om de vochtig geworden ondergrond te verwarmen. Dit kost warmte, die onttrokken wordt aan de lucht boven de tegels. En dat levert dus afkoeling op.

Niet alleen de luchtvochtigheid is laag, ook de bodem bevat momenteel weinig vocht. Hierdoor wordt alle ingestraalde energie omgezet in warmte en gaat niets 'verloren' aan het verdampen van water. Dit speelt morgen ook mee. En in de droge lucht kan het tijdens een nacht met nauwelijks wind aardig afkoelen. Dit gebeurt komende nacht bijvoorbeeld. Vooral dicht bij de grond is dat merkbaar. Vochtige lucht die afkoelt, zal langzamer afkoelen dan droge lucht. Dit omdat vochtige lucht tijdens het afkoelingsproces relatief veel warmte afgeeft (het levert dus extra warmte op, het omgekeerde proces als van het aan de kook brengen van een ketel water). Het houdt daardoor zichzelf langer warm. Droge lucht heeft tijdens het afkoelingsproces veel minder warmte af te geven, en kan per saldo (gedurende de lengte van de nacht) een lagere minimumtemperatuur opleveren...

Bronnen: Klimaatatlas (KNMI), MeteoGroup.

Datum: zaterdag 8 april 2017, 13:47
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: Den Helder, Eindhoven, Friesland, Groningen, Hoorn, Limburg, Maastricht, Noord-Brabant, Noord-Holland, Terschelling, Vlissingen, Zeeland

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry