Politie krijgt tien nieuwe teams om cybercriminaliteit te bestrijden

18/01
2017
De politie gaat tien nieuwe cyberteams oprichten om cybercriminaliteit beter te kunnen bestrijden. Dat las ik bij Nu.nl. De teams gaan uit minimaal tien rechercheurs bestaan, die al in dienst zijn bij de politie. Zij worden ondersteund door digitaal specialisten die beschikken over specifieke ICT-kennis. NRC vult aan dat de focus mede komt te liggen op jihadistische propaganda opsporen. Alleen: hoe dan?

NRC legt uit:

Sympathisanten van IS gebruiken sociale media om zieltjes te winnen. De ‘Internet Referal Unit’ van de Nationale Politie gaat actief op zoek naar hun propaganda en vraagt providers de berichten te verwijderen. Ook zal het team producenten van de propaganda helpen opsporen. Nog deze maand worden vijf gespecialiseerde politiemedewerkers geworven voor de nieuwe eenheid.

Dat `vragen’ intrigeert mij dan. Is dit een journalistieke vrijheid? De politie heeft immers gewoon de bevoegdheid te eisen dat strafbare berichten worden verwijderd (art. 54a Strafrecht). Wel is daarvoor een machtiging van de rechter-commissaris voor nodig, omdat het immers gaat om het inperken van iemands meningsuiting. Maar zo kan een Nederlandse provider gewoon worden gedwongen iets weg te halen dat hier strafbaar is.

Wellicht dat men het houdt bij `vragen’ omdat veel van deze providers of platforms in het buitenland zitten. Het is dan praktisch niet echt mogelijk dingen te gaan eisen. En dan blijft vragen over. Maar hoe effectief is dat?

Op Netkwesties wijst Peter Olsthoorn erop dat dit nog best een kluif kan worden.

… de website Netherlands-embassy.ru. Dis is een nepsite, deels gekopieerd van de echte site van ambassade in Moskou. Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken haalde wel een link naar de nepsite weg, maar niet de site zelf. Buitenlandse Zaken vraagt daar tevergeefs om.

En als dat al niet lukt, hoe zou het weghalen van een bericht dan wel moeten lukken?

Het alternatief is het sluiten van vele convenanten of verdragen met andere landen over wat wel of niet strafbaar is, inclusief protocol over wederzijdse bijstand. Dan zou dus de Amerikaanse FBI op verzoek van onze politie een Amerikaanse provider iets gaan verbieden omdat beide landen het strafbaar vinden. En dat wordt nog lastig; in de VS is eigenlijk geen enkele uiting strafbaar behalve het gerichte aanzetten tot geweld. Dus hoe kun je ooit zo’n convenant opstellen?

Arnoud

Afkomstig van de blog Internetrecht door Arnoud Engelfriet. Koop mijn boek!

Datum: woensdag 18 januari 2017, 08:09
Bron: Iusmentis Blog
Categorie: Internet en ICT
Tags: Moskou, Rusland

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry