Niet over één nacht ijs...

15/01
2017
Het wordt kouder. Kunnen we schaatsen? De schaatsers hopen op een dikke ijsvloer. We geven een update van ons weernieuwsbericht van gisteren.

Gisteren gingen we al uitvoerig in op het winterweer van dit moment en de komende week. Vandaag geven wij een update van dit bericht, waarbij de berekeningen duidelijker zijn geworden over de te verwachten weersontwikkelingen. En: kunnen we schaatsen? De vraag werd vorige week in onze weerberichten op de radio al geregeld door de presentatoren gesteld. Het houdt schaatsminnend Nederland al een tijdje bezig.

Natuurijs
De vorming van natuurijs hangt af van diverse factoren. Uiteraard is de temperatuur het belangrijkste, maar direct daarna volgen de omstandigheden, zoals de watertemperatuur, de windsterkte en de luchtvochtigheid. Pas als alle factoren gunstig zijn is sprake van de snelste ijsvorming. Als we kijken naar de weersverwachting voor de komende week, dan wordt het zeker koud genoeg voor vorming van (meer) natuurijs. De hamvraag is alleen hoe dik het ijs uiteindelijk wordt. We komen hier dadelijk op terug. Maar eerst meer over het ontstaan van natuurijs, met o.a. dank aan natuurijswijzer.nl

Van water naar ijs
Zoet water heeft de hoogste dichtheid bij +4 graden. Dit water bevindt zich onder in een open wateroppervlak. Stroming in rivieren en meren zorgt voor een hogere temperatuur op de bodem. Bij afkoeling van een wateroppervlak wordt dit water zwaarder en zakt omlaag. Dit water wordt weer vervangen door warmer water van grotere diepte. Dit proces van afkoeling zorgt voor een grote beweging tussen de diverse lagen in het water. Deze beweging gaat door tot de totale watermassa een temperatuur heeft bereikt van +4 graden. Dit betekent dat er in meren vaak enorme waterhoeveelheden moeten afkoelen voordat het bovenste water van +4 graden tot het vriespunt is gekomen. Bij grote meren kan het zeer lang duren voordat dit het geval is. Bij rivieren spelen weer andere factoren in de stroming een belangrijke rol.

Water is in beweging
Op veel plaatsen in ons land wordt de waterstand gereguleerd door bemaling. Opkomend water wordt in een uitgebreid waterstelsel van sloten, vaarten en kanalen voortdurend afgevoerd zodat de stand van het water niet te hoog wordt. Als gevolg daarvan gaat het water onder het ijs stromen en kan de ijsdikte sterk variëren. En zonder dat we het zien. Behalve de wind kun ook andere factoren een rol spelen. Zo kunnen bruggen en andere elementen op en rond het water ijsvorming tegengaan. Zeker beton en steen die de zonnewarmte overdag makkelijk aannemen en ‘s nachts lang vasthouden kunnen ijsvorming belemmeren. Brugelementen boven het water kunnen de kou tegenhouden en de warmte lang vasthouden. Dat werkt dus dubbel in het nadeel. De ijsaangroei hangt van meer factoren af dan alleen het aantal graden dat het vriest. Zo speelt ook de windsterkte, de luchtvochtigheid, de helderheid in de atmosfeer en de al gevormde ijslaag een belangrijke rol.

Rustig winterweer en eerst stevige nachtvorst, overdag dooi?
Momenteel zien we al wat natuurijs, maar dat is overdag aan dooi onderhevig. De bovenlucht is nu nog erg koud, maar dat gaat snel veranderen. Een hogedrukgebied komt onze kant op en op enige hoogte heeft dat zachtere (of minder koude) lucht bij zich, terwijl de lucht aan het aardopervlak wel koud blijft en eigenlijk nog kouder wordt. We krijgen grotendeels met zogeheten stralingsvorst te maken. Door nachtelijke uitstraling koelt de lucht vooral bij helder weer en weinig wind sterk af en dit resulteert in meerdere vorstnachten. Wat de wind betreft, is het de eerstkomende dagen rustig winterweer met zwakke tot matige wind. Dagenlang een oostelijke tot noordoostelijke stroming met aanvoer van vrieskou - echte transportkou - is niet aan de orde, maar het wordt in de nachtelijke uren dus wel koud genoeg voor het ontstaan van (meer) natuurijs.

Gedurende komende nacht, de nacht maandag, wordt lichte tot regionaal matige vorst verwacht. In het oosten tot -7 à -8 graden. De koudste nacht lijkt de nacht naar dinsdag te worden met veelal 5 tot 7 graden vorst. Maar, in het oosten ligt regionaal nog een sneeuwdek. Met en vanwege helder weer + weinig wind kan het daar dan vlak boven de sneeuw circa 10 graden vriezen. Sneeuw zorgt namelijk voor meer uitstraling en dus extra afkoeling. Matige, lokaal nipt strenge vorst kortom. Later in de week tempert de vorst.

Overdag zien we verschillen in temperaturen. Morgen (maandag) schijnt vrijwel overal de zon. Maar wordt in het zuiden mist verwacht. In met name Zuid-Limburg kan de mist hardnekkig zijn en gebrek aan instraling zorgt voor middagtemperaturen onder nul. Een ijsdag. Langs de oostgrens is 0 graden het maximum, terwijl in het westen 4 graden haalbaar is. Lichte dooi.

Dinsdag, woensdag en donderdag ligt het genoemde hogedrukgebied boven het land. Geleidelijk probeert het briesje het westen tot zuidwesten op te zoeken en dit lijkt uiteindelijk steeds beter te lukken. Daarmee wordt vochtige en mildere zeelucht aangevoerd. Ook komt een zwak regenfront dichterbij, maar vooralsnog blijft het op de meeste plaatsen in ons land droog. De kou aan de grond is 'stroperig', ook wel koude plaklaag genoemd, zodat die zeelucht niet bij machte is om de kou (landinwaarts) meteen op te ruimen. Dit lukt vooral wanneer de wind vanuit zee heel sterk is en de aangevoerde lucht erg zacht wordt. Dit lijkt komende werkweek nog niet te gebeuren. Op dinsdag wordt het naar verwachting -1 of -2 graden in het oosten en zuidoosten tot 3 of 4 graden boven nul op de Waddeneilanden. Woensdag en donderdag wordt het (langzaam) minder koud met de hoogste temperaturen in de kustregio's.

Mist...
Hoe dan ook, als de lucht vochtiger wordt en over een nog koud oppervlak strijkt, wordt mist gevormd (dooimist). We zien dit terugkomen in de diverse weermodellen voor dinsdag, en vooral ook voor woensdag en donderdag. De zon heeft in deze tijd van het jaar nog niet voldoende kracht om de mist snel en goed op te ruimen, zodat gebrek aan instraling de temperaturen overdag laag houdt. Aan de andere kant zorgen mist en laaghangende wolken voor tempering van de nachtelijke vorst. Dat werkt dus in het nadeel voor (vorming van meer) natuurijs.

Enkele centimeters ijs...
In de ijspluim die wij en ook de collega's van het KNMI gebruiken, is enige ijsgroei te zien. Dit is de pluim geldig voor Midden-Nederland overigens. Een heel dikke ijslaag op de sloten en plassen wordt uiteindelijk echter niet berekend/verwacht. In deze pluim wordt vanaf woensdag tot tussen 1 en 4 centimeter natuurijs berekend, en een paar berekeningen geven meer ijs aan, maar de kans op 10 cm of meer is eigenlijk 0 procent. Het is duidelijk dat we niet over 1 nacht ijs moeten gaan, maar de kleine plaatselijke ijsbanen zouden uiteindelijk wel open moeten kunnen. Ondergelopen weilanden en dergelijke worden ook wel "schaatsbaar". En de echte schaatsfanatici weten de plaatselijke sloten, (kleine) meren en andere plassen die bij een paar nachten al dichtvriezen altijd wel te vinden. Maar, toertochten en dergelijke, nee, die hoeven op basis van de laatste weersontwikkelingen niet uitgeschreven te worden.

Bronnen: MeteoGroup, www.natuurijswijzer.nl, KNMI.

Datum: zondag 15 januari 2017, 11:39
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: Limburg

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry