Wordt het een winter in twee delen?

16/11
2016
De kaarten zijn geschud, we hebben alles bij elkaar en we kunnen nu definitief proberen een verwachting voor de komende winter te maken, met daarbij de constatering dat zo’n verwachting nog altijd niet veel meer is dan een goed onderbouwde gok. En we er zeker geen al te dramatische conclusies aan moeten en kunnen verbinden. Het weer beslist uiteindelijk altijd zelf.

We hebben er de laatste weken op deze site al vaker aandacht aan besteed. Zoals in de oktobermaand, toen de drukverdeling op het Noordelijk Halfrond erg uitzonderlijk was. Zo uitzonderlijk, dat de AO-index (een maat voor de drukverdeling in het Poolgebied) toen door zijn meest negatieve fase ooit in die periode is heengegaan. Bij zo’n negatieve AO-index hoort een hogedrukgebied boven het Poolgebied en een relatief zwakke Poolwervel (de Poolwervel is de straalstroom in de stratosfeer die in de winter het Poolgebied omspant).

Een gevolg van deze drukverdeling was ongekende warmte in de Noordpoolregio (in Longyearbyen op Spitsbergen ligt nog altijd geen sneeuw omdat het er ook nu boven nul is, verder is de zeeijshoeveelheid op de Arctische Oceaan onverminderd recordlaag) en een indrukwekkend sneeuwdek in Siberië en nu ook in Europees Rusland. Boven de sneeuw in Siberië bevindt zich nu een groot gebied met bijzonder koude lucht. Daar worden op dit moment temperaturen gemeten die tussen 15 en 20 graden beneden normaal liggen. De andere kant van de medaille is dat de temperaturen in het Poolgebied nog steeds vaak 15 tot 20 graden hoger dan normaal zijn.

Argwaan bij oktoberparameters
De grote vraag is nu natuurlijk wat hieruit de komende wintermaanden voor onze omgeving naar voren komt. Het lijkt erop dat de parameters die in de oktobermaand vorm hebben gekregen, en die de laatste jaren met steeds meer argwaan worden bekeken, toch nog wat meer invloed kunnen gaan uitoefenen dan eerst werd gedacht. Vooral gedurende de eerste helft van de winter. De reden dat er argwaan is bij de oktoberparameters heeft te maken met het steeds vaker ontbreken van ijs in het Noordpoolgebied in oktober. Het verschil tussen wel of geen ijs in die regio maakt zoveel uit voor het weer ter plaatse en heeft in de directe omgeving ook zoveel gevolgen, dat je de gebeurtenissen in oktober nu en die in vroegere oktobermaanden niet meer één op één met elkaar kunt vergelijken. Of anders verwoord: de oktobersignalen hebben hierdoor een deel van hun waarde verloren.

Twee van de signalen die dit jaar uit de oktobermaand naar voren zijn gekomen, waren echter zo sterk, dat je deze keer toch ook niet meer zomaar kunt negeren. En dan gaat het om de snelheid waarmee het sneeuwdek zich in Siberië heeft opgebouwd, resulterend in de op één na hoogste SAI-index ooit en om de mate waarin het drukpatroon in het Poolgebied in oktober geblokkeerd was. Zoals gezegd was de AO-index in oktober nog nooit eerder zo laag als in dit jaar. Zowel de hoge SAI-index als de mate van geblokkeerdheid van het drukpatroon zijn in het verleden in de winters daarna niet zelden door een aanhoudend negatief blijvende AO-index gevolgd. Dat is een signaal.

Poolwervel
Een proces dat al een beetje een vooruitkijkje biedt naar de ontwikkeling van de AO-index is de opbouw van de Poolwervel. Tot nu toe is die Poolwervel voor de tijd van het jaar steeds relatief zwak geweest. We beleven nu voor de tweede keer zelfs een splitsing van de kern ervan, waarbij die splitsing er anders uitziet dan die van enkele weken geleden. Nu liggen de kernen boven Groenland en Siberië. Daarbij lijken ze de komende dagen opnieuw aan elkaar te groeien.

Veel interessanter zijn de veranderingen zoals die nu voor het einde van de maand worden geprojecteerd. Het zou zomaar kunnen zijn dat er dan een snelle opwarming van de stratosfeer gaat plaatsvinden die de poolwervel voor een tijdje stillegt of zelfs omkeert. In plaats van westelijke gaan er dan in de stratosfeer om het Poolgebied heen een tijdje oostelijke winden waaien. Het is een ontwikkeling die nu in de weerkaarten voor het eind november terug te vinden is.

Voor ons van groot belang
Voor het weer op onze hoogte in de atmosfeer is zo’n verandering van groot belang. Het weer speelt zich in de eerste 15 kilometer van de atmosfeer af; de troposfeer. Daar bevindt zich de straalstroom die bepaalt waar hoge- en lagedrukgebieden terechtkomen en uiteindelijk vanuit welke hoek de wind bij ons waait. Want vooral dat is in de winter voor ons de meest bepalende factor. Hoe sterker de straalstroom in de troposfeer is, hoe groter de kans op zuidwestelijke winden en hoe kleiner de kans bij ons op winterweer. Krijgt de troposfeer straalstroom in de stratosfeer boven zich een Poolwervel die de andere kant op blaast, dan ligt het voor de hand dat die onderste straalstroom minder sterk wordt en meer gaat meanderen. Hogedrukblokkades in het noorden maken in de winter in dat geval meer kans en – afhankelijk van waar ze precies terechtkomen – kan de wind bij ons vaker uit (koude) richtingen tussen noord en oost waaien. Met dus kans op winterweer.

De modelverwachtingen reageren al
Het grappige is dat we die ontwikkelingen nu ook steeds meer terugvinden in de seizoensverwachtingen van de diverse weermodellen, zeker voor de eerste helft van de winter. Zo is het CFS, dat eerst voor een volledig zachte winter ging, nu voor wat de decembermand betreft omgeslagen. De Amerikanen verwachten in december nu een vaak geblokkeerd patroon met daarbij horend een groot gebied met beneden normale temperaturen, dat net niet aan Nederland raakt. Het Europese weermodel hint al meerdere berekeningen lang op een winter waarin noordelijke hogedrukimpulsen een hoofdrol spelen. Werden de bijbehorende temperaturen de vorige maand nog als zacht ingetekend, nu lijken ze vooral voor december en januari een stuk lager te zijn geworden. Ook het seizoensmodel van de Britse weerdienst doet mee. Dit berekent de belangrijkste bron van hogedrukinvloed tijdens de drie wintermaanden boven Scandinavië.

Een winter in tweed delen?
Gooien we nu alles op een hoop, dan zijn er (zoals we in het verhaal van oktober ook al schreven) nog steeds veel parameters die wijzen op een zachte (vooral tweede helft van de) winter. Voor de eerste helft is het beeld (door de ontwikkelingen in oktober) nu een stuk gecompliceerder geworden. Misschien moeten we het inderdaad maar op een winter in twee delen houden, met de grootste kans op één of twee opvallend winterse perioden in december en in januari. Maar met tegelijkertijd tussendoor toch ook zoveel zacht weer, dat het geheel uiteindelijk wel als zacht en relatief nat de boeken in zal gaan. Zonder enige vorm van garantie, dat wel. Maar dat mag intussen duidelijk zijn.

Bron: MeteoGroup.

Datum: woensdag 16 november 2016, 09:30
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: Groenland, Noordelijke, Rusland, Spitsbergen

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry