Zeer laag water

15/10
2016
Afgelopen nacht viel er vooral in de westelijke helft van het land flink wat regen. In het algemeen meer dan 10 millimeter. In het oosten van het land viel veel minder. Ook in het stroomgebied van de Rijn viel hooguit een paar millimeter regen. Dat zijn hoeveelheden die niet echt ten goede komen aan de rivier. Die ‘anderhalve’ millimeter wordt opgenomen door de grond en zal niet afvloeien naar de Rijn of de Moezel. De waterstanden in de grote rivieren zijn laag en zullen zelfs nog verder gaan dalen deze week.

Grote verschillen in de Alpen

Er is de afgelopen dagen wel degelijk veel neerslag gevallen in de Alpen. Maar alles viel in het zuidelijk deel van de Alpen. In Noord Italië en in Frankrijk bijvoorbeeld. In het brongebied van de Rijn, in Zwitserland, bleef het gewoon droog. Het was er bovendien opmerkelijk warm met temperaturen tot rond de 20 graden aan toe. Dat had alles te maken met de zware neerslag aan de zuidzijde van de Alpen. Aan de noordzijde resulteerde dit in sterk dalende luchtbewegingen waarin de atmosfeer flink kon opwarmen. Een schoolvoorbeeld van een föhn-situatie. De warmte resulteerde niet in veel smeltwater, want er ligt simpelweg weinig sneeuw of ijs om te smelten.

Laag water in de herfst

Het is niet ongebruikelijk dat de laagste waterstanden in de Rijn optreden in de herfst. En bijvoorbeeld niet in de zomer. In de zomer is de bijdrage van smeltende sneeuw of smeltend ijs van gletsjers vaak nog van belang. In deze tijd van het jaar ligt er meestal weinig sneeuw. En wat er ligt, ligt op grote hoogte. En daar komt stevige dooi in deze tijd van het jaar niet meer zo vaak voor. Dus als het in de herfst gedurende langere tijd droog is, kan het waterpeil stevig gaan dalen. Dat zien we nu dus ook. Vanaf eind augustus is het eigenlijk al ‘overwegend droog’ in het stroomgebied van de Rijn. En dus zien we zeer lage waterstanden.

Dieper en dieper

Het peil bij Lobith bedraagt nu circa 7.20 meter. Dat is erg laag maar het is nog geen record. De laagste waterstand bij Lobith bedraagt 6,89m, gemeten in november 2011. Het vorige laagterecord stamt uit 2003, met 6,90m. Met de huidige prognose van Rijkswaterstaat zouden we in de loop van maandag op 7.10 meter zitten. Als het grotendeels droog blijft zou zo rond volgend weekend het record van 2011 wel eens in zicht kunnen komen. Overigens zegt de waterstand niet alles. De bodem van de Rijn slijt namelijk langzaam uit. Komt iets dieper te liggen. Een traag proces, maar het is toch voldoende om te concluderen, dat 6,90 meter in de 21e eeuw iets anders is dan 6,90m in de vorige eeuw. Het tempo waarmee de bodem van de Rijn (bij Lobith) daalt is in de ordegrootte van 15 tot 20 centimeter per 10 jaar.

Slechts duizend kuub per seconde

Het is eigenlijk beter om naar het debiet te kijken. Dat zegt concreet hoeveel water er op een bepaald punt van de rivier langs komt. Men spreekt van echt laag water als het debiet bij Lobith onder de 1000 m3/seconde komt. Dat is nu het geval. Vanochtend kwam er bij Lobith ‘nog maar’ 968 m3/seconde langs. Gemiddeld komt de afvoer van de Rijn op 17 dagen per jaar onder de duizend kuub. In extreme jaren loopt het aantal dagen op tot 100 (in 1972) of zelfs 200 dagen (in 1921). Volgens de verwachtingen van Rijkswaterstand zou het debiet in de loop van komende week de 900 kuub kunnen naderen. Het ECMWF model berekent voor de komende tien dagen in totaal zo’n 15 tot 25 millimeter regen, vrij uniform verdeeld in het stroomgebied van de Rijn. Dat lijkt heel wat maar is toch weinig over zo een lange periode. Misschien is het wel voldoende om een verdere daling af te vlakken vanaf later deze week.

Binnenscheepvaart

Lage waterstanden hebben grote gevolgen voor de binnenscheepvaart. Nu al kunnen veel binnenvaartschepen niet meer met volle lading varen. Dan liggen ze te diep en kunnen dus de bodem raken. Keerzijde van dit nadeel is, dat er meer schepen nodig zijn om alle lading naar het achterland van Europa te kunnen vervoeren en vice versa. Schippers zouden meer werk kunnen krijgen. Bovendien heeft langdurig laag water een duidelijk effect op de prijs van transport over de rivieren. Dat wordt duurder. Goed nieuws voor de schippers, tenzij men vanwege de hoge prijs kiest voor andere vormen van transport en de schipper juist klanten kwijt raak.

Eb en vloed

Laag water heeft nog een nadeel. Zeewater kan tijdens hoog water makkelijker de riviermonding binnendringen. En zo verzilting veroorzaken. Dat kan schadelijk zijn voor met name de land- en tuinbouw. Overigens is het effect van getijden verder stroomafwaarts, bijvoorbeeld op de Waal bij Zaltbommel, duidelijk te zien aan de waterstanden. We zien duidelijk het ritme van eb en vloed op de Waal, met schommelingen van wel 25 centimeter. Tijdens vloed kan de Waal zijn water minder makkelijk afvoeren en dat veroorzaakt stroomopwaarts in de rivier deze schommelingen. Het is dus zeker niet zo dat het zeewater tot bij Zaltbommel komt.

Watermanagement

De kans op zeer laag water in de grote rivieren zal in de toekomst mogelijk verder toenemen. Door neerslagextremen maar ook doordat er in de snel opwarmende wereld op termijn amper gletsjers over blijven in het brongebied van de Rijn. Daar komt bij dat de zeespiegel deze eeuw steeds sneller gaat stijgen. Dus zout water zal in de komende decennia geleidelijk steeds brutaler worden. Steeds vaker verzilting veroorzaken in met name het westen van het land. Kortom, watermanagement wordt DE uitdaging in deze eeuw. In Nederland maar ook wereldwijd.

Datum: zaterdag 15 oktober 2016, 13:50
Bron: Meteo Consult
Categorie: Weer en Verkeer
Tags: Frankrijk, Gelderland, Zaltbommel, Zwitserland

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry