Een kinder-Facebook, moeten we dat willen?

03/09
2014
Gisteren verscheen onderstaand artikel in de Trouw. Google en Facebook willen zich meer op de kindermarkt gaan richten. We moeten daarom nadenken over de privacy van kinderen.

Google heeft plannen om haar diensten aan te bieden aan kinderen die jonger zijn dan 13 jaar. Zo moet er onder andere een kindvriendelijke versie van YouTube komen en moeten ook diensten als Gmail beschikbaar worden. Ook Facebook roert zich in de markt voor kinderdata. Er is een patent aangevraagd voor een soort kinder-Facebook, waarvan kinderen van onder de 13 jaar gebruik zouden kunnen maken onder toezicht van hun ouders.

Beide bedrijven zijn deel van een bredere ontwikkeling waarbij meer kinderdata worden opgeslagen en verwerkt door publieke en private partijen. Onderwijsprogramma’s, games, online spelletjes, apps en andere platforms wisselen gegevens uit en leggen alles vast. Deze gegevens lopen uiteen van browsergedrag tot hoe kinderen leren.

Deze ontwikkeling creëert een dilemma tussen het belang van een eigen online ruimte voor kinderen en de toenemende privacy-risico’s die het internet met zich meebrengt.

Eigen online ruimte

Het is belangrijk dat kinderen toegang krijgen tot een eigen online ruimte waar ze toegang hebben tot de bijna ongelimiteerde bron van kennis die het internet is, waar ze gedachten kunnen vormen, zich online kunnen ontwikkelen en waar zij informatie kunnen delen met hun peers zonder inmenging van anderen. Daar kan het internet een grote rol in spelen.

Aan de andere kant zijn er risico’s. Platforms als Facebook en Google zijn niet neutraal. Google biedt een door het bedrijf gesorteerde werkelijkheid, waarop mensen in het dagelijks leven meer en meer vertrouwen. Dat vereist dat je de dienst, hoe nuttig ook, met een kritische houding tegemoet treedt. Facebook is een sociaal winkelcentrum, waarbij het bedrijf verdient aan de persoonlijke gegevens van zijn gebruikers.

Als dit betekent dat kinderen voortaan gepersonaliseerde aanbiedingen krijgen, zou dat heel zorgelijk zijn: kinderen zijn minder weerbaar dan volwassenen. In hoeverre groeien kinderen dan op met een identiteit die sterk is gelinkt aan het consument zijn van een bepaald product? Van pubers is bekend dat sociale druk een sterke factor is. Maakt Facebook daar straks gebruik van? Het betekent dat er een bepaalde verantwoordelijkheid ligt bij bedrijven: hoe ver mag je dit verwerken van kinderdata commercialiseren? Dat vraagt om waarborgen.

Lock-in effect

Eén van de grote voordelen voor Facebook en Google van het zich richten op kinderen is het `lock-in effect’ dat het creëert. Als je van jongs af aan binnen een soort ecosysteem wordt getrokken en zoveel mogelijk verschillende diensten zijn gebonden aan één account, wordt het steeds lastiger om te switchen. Ook dat vraagt om bepaalde waarborgen: zo zou je je kunnen voorstellen dat data-portabiliteit heel makkelijk moet worden gemaakt, zodat je gemakkelijk van platform of ecosysteem wisselt.

Daarnaast moeten we ons als samenleving afvragen hoeveel en wat voor kinderdata mogen worden verzameld. Bij onderwijsprogramma’s wordt elke klik vastgelegd, om zo beter te voorspellen hoe kinderen precies leren, wanneer hun aandacht dreigt te verslappen en waar hun zwakke punten liggen. Veel ouders verzetten zich tegen de trend, waarbij het lijkt alsof organisaties langzaam in de gedachten van hun kinderen kruipen om daar geld aan te verdienen. Vinden we elke vorm van verzameling ethisch?

Hoewel het goed zou zijn als kinderen makkelijker toegang hebben tot informatie en connecties kunnen leggen met hun omgeving, moeten we niet vergeten dat Facebook en Google op winst gerichte bedrijven zijn. Dit vraagt om een discussie die wij als samenleving moeten voeren.

 

Datum: woensdag 3 september 2014, 10:00
Bron: BitsOfFreedom
Categorie: Internet en ICT

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry