OM eist in hoger beroep celstraffen voor invoer cocaïne via Schiphol

09/01
2014
De advocaat-generaal (OM) in Amsterdam heeft vandaag in hoger beroep tegen een vrouw en een man celstraffen van respectievelijk 4 jaar waarvan 2 jaar voorwaardelijk en 3 jaar geëist voor de invoer van cocaïne naar Nederland vanuit o.a. Suriname via Schiphol, voorbereidingshandelingen daartoe en deelname aan een criminele organisatie in de periode april tot oktober 2010.

In mei 2010 ontving de Koninklijke Marechaussee informatie over een internationaal opererende groepering die zich bezig zou houden met de invoer van cocaïne vanuit Suriname en Afrika. De verdovende middelen zouden onder andere via Schiphol worden ingevoerd door gebruik te maken van koeriers en/of door de cocaïne te verstoppen  in vliegtuigen. Verdachten maakten daarbij gebruik van medewerkers van een schoonmaak- en bevoorradingsbedrijf op Schiphol. In juli 2010 werd het opsporingsonderzoek opgestart. Op 22 oktober 2010 vond een doorzoeking plaats in een vliegtuig vanuit Ghana. In het voorste gedeelte (de slaapruimte van het cabinepersoneel) in het vliegtuig werd in een stoel bijna een kilo cocaïne aangetroffen. Ook werd op diezelfde dag een vliegtuig vanuit Suriname gecontroleerd. Tijdens die 100% controle werd onder één van de toiletpotten 12 kilo cocaïne aangetroffen. In de periode tussen 22 oktober en 25 november 2010 werden in totaal 8 verdachten aangehouden.

In de visie van het OM had de mannelijke verdachte een positie binnen de groep om cocaïne aan boord van een vliegtuig te plaatsen dan wel te doen plaatsen. Dit betekent dat hij contact had met leveranciers van de cocaïne en moest `zorgen` voor een afzetmarkt. Een essentiële rol dus. Bij de mannelijke verdachte vindt het OM twee maal voorbereidingshandelingen en deelname aan een criminele organisatie bewezen. De vrouw, die eerder werkzaam is geweest bij het bevoorradingsbedrijf op Schiphol, had ook een duidelijk vinger in de drugspap. Het gaat bij haar om een voltooide invoer van 12 kilo, daarnaast een invoer van een onbekende hoeveelheid cocaïne en deelname aan een criminele organisatie.

Het OM vindt dat de geëiste straffen recht doen aan de ernst van het feit. `Elke verdachte had op zijn eigen manier, in zijn eigen functie, een rol in de groepering om de cocaïne Nederland binnen te brengen. Maar elke rol is daarin essentieel gebleken en nodig geweest voor het doen slagen van drugstransporten dan wel de voorbereidingen daarvan. Voor de bepaling van de strafeis speelt onder meer de rol van de verdachte, de duur en intensiteit van zijn of haar  betrokkenheid mee. Ook is rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachten`, aldus de advocaat-generaal op de zitting.

De rechtbank veroordeelde de twee verdachten tot 4 jaar cel voor de vrouw en 2 jaar cel voor de man na eisen van de officier van justitie van 5 en 6 jaar cel. Het OM stelde in één zaak hoger beroep in, de verdachten gingen allebei in hoger beroep. De zaken tegen een aantal andere verdachten zijn al eerder in hoger beroep behandeld.

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.

Datum: donderdag 9 januari 2014, 14:19
Bron: Openbaar Ministerie
Categorie: Algemeen
Tags: Amsterdam, Ghana, Noord-Holland, Suriname

Gerelateerde berichten:

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht.


Website by Web Chemistry